37 niet. Wanneer het water op de glooiing komt, dringt dat door de openingen tusschen de steenen en wanneer er nu maar eenige deining, eenige haling is in zee, beweegt zich het water onder en tusschen de glooiing voortdurend heen en weer. Door de puinlaag wordt die beweging eenigszins vertraagd en door de krammat wordt het afspoelen der klei tegengegaan. Dit is de toestand bij kalme zee. Maar wanneer bij storm de golven met groote vaart opvliegen tegen den dijk, wordt de toestand geheel anders. Dan worden de vullingsstukken voor een groot deel uitgeslagen en dringen groote massa's water in de glooiing en stroomen voortdurend met, groote snelheid op en af. Tegelijkertijd wordt de oppervlakte der glooiing gebeukt door de hoog opge zweepte, overstortende en tot wit schuim uiteenspattende golven. De dijk geraakt, niettegenstaande zijn zware lichaam, in duidelijk voelbare trilling, de zuilenbekleeding wordt verwrongen, de niet meer klem staande lange steenstukken worden omgeworpen en door de terugloopende golven naar de diepte gesleept of door de oploopende meegevoerd naar de kruin van den dijk. En of nu de enkele steenstukken 50 of 100 of zelfs 200 Kg. wegen, dat maakt weinig verschil, waar krachten in het spel zijn, die zooals ik straks meedeelde, steenbrokken van 5 a, 6000 Kg. opnemen en meters ver wegwerpen. Maar, zult U misschien opmerken, waarom wordt die steen bedekking dan voortdurend dikker, dus ook duurder gemaakt, waarom worden dan tegenwoordig bazaltzuilen gebruikt, die twee stevige Westkappelaars ternauwernood dragen kunnen? Het ant woord hierop is, dat bij de zware glooiing het oogenblikwaarop de degradatie begint, waarop de verwringing zoodanig geworden is, dat enkele steenen kunnen uitgeslagen worden, later intreedt en eerst, bij krachtiger golfbeweging, dan bij een glooiing van minder dikte. Ook het uitwippen van enkele steenen door het water, dat van onder de glooiing naar boven perst bij sterken op- en neergang van de golven, zal natuurlijk veel minder spoedig plaats hebben bij lange, zware steenstukken dan bij kortere. Echter, al is er voordeel in gelegenlange bazalt te gebruiken liet is duidelijkdatzoolang de bekleeding uit veleik mag wel zeggen miljoenen losse steenstukken bestaat zij voortdurend aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 101