48 en na eene bedeeling in dezelve heerscht, zou iedere gevoelige ziel treffen." Op liet platteland was de toestand vooral niet gunstiger. De landbouw kwijnde als nooit te voren; de prijzen van het land bedroegen in 1813 van 120 tot 240 francs het gemet (ongeveer 2/5 hectare), de huurwaarde wisselde af van 6 tot 20 francs. Over bedelarij en landlooperij wordt algemeen geklaagd, en het aantal buitenplaatsen was, sedert de beschrijving daarvan in de Zeeuwsclie Kroniek van Smallegange op het einde der 17e eeuw, met meer dan de helft verminderd. l)e ingezetenen van Sluis wendden zich in 1814 met een adres tot den Souvereinen Vorst, om maatregelen te nemen ter voor ziening in hun beklagenswaardigen toestand. Hij besluit van 10 April 1815 werd dientengevolge, onder meer, verordend: „dat alle bijzondere eigenaren, die, na daartoe te zijn opgeroepen, hunne bouwvallen voor 1 November a. niet zullen hebben ge ruimd, hunne gronden aan de stad Sluis zullen moeten overla ten." „Hiermede," zeggen Gedeputeerde Staten, „nu zullen niet alleen de financiën van Sluis aanmerkelijk worden gesoulageerd maar ook de stad bevrijd worden van de wanstaltige puinhopen waarmede dezelve sedert deszelfs ongelukkig bombardement was bezet gebleven." De toespraak, waarmede de Gouverneur van Zeeland op 19 September 1814 de eerste vergadering der Provinciale Staten opende, bevatte stellig geene overdrijving: „Wilde ik mij hier in bijzonderheden inlaten, ik schetste Ulieden den diep vervallen staat van al de middelen van ons bestaan; de voorbeeldelooze verwaarloozing van zoo vele publieke administration-het achterlijke der geldmiddelen van stedendorpenarmbesturen gestichten; den hopeloozen toestand van vele polders; de verlamming van havens en zeegatenhet bederf der zeden de minachting van de godsdienst; de toenemende losbandig heid; de onbezorgdheid over de opvoeding der jeugd; de algemeene verarming en vermagering der ingezetenen: en Gij lieden zou met mij gereedelijk overeenkomendat de taak tot welke Gij ulieden heden verbonden hebt, allergewigtigst is."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 114