49
Zich in een verleden tijd goed te verplaatsen is nog zoo
gemakkelijk niet, men kan het door de opsomming van enkele
gegevens slechts bij benadering doen en moet verder veel aan het
aanvullingsvermogen van den lezer overlaten. Want al schiep
men voor honderd jaren bijzonder behagen in allerlei optische
illusies en mechanische vertooningen, toch had men nog geene
grammophonen en cinematographen ook de leelijke namen
nietom het dagelijksche leven in woord en beeld vast
te leggen. Hoe zal men er zich zonder die hulpmiddelen
thans eene voorstelling van maken, wanneer men leest, dat (op
16 Februari 1818) in het Schuttershof te Middelburg een „Intro-
metzo" werd gegeven, „bestaande in verschillende nieuwe ouver
tures en variatiën, uitgevoerd op de Mandoline en Guitare,
benevens door een allerwonderbaarst verrukkend geluid zonder
instrument, ontstaande enkel door het slaan op de kin"?
Krijgt men niet slechts een onvolledig beeld van de werkelijk
heid wanneer men bij eene liefdadigheidsvoorstelling in Vlissingen
(op 9 Januari 1833) verneemt: „Doch hoe werd het genoegen
verhoogd, toen er even voor den aanvang der representatie zeven
gewonden der citadel, waarbij drie geamputeerd®', door een
officier van gezondheid binnengeleid, op een bank in het amphi
theater plaats namen. Met een donderend hurah worden zij door
het publiek ontvangenhetwelk die braven herhaald beantwoordden
de muziek speelde oogenblikkelijk de nationale liederen en eene
brillante fanfare door blaasinstrumenten, achter op het tooneel
geëxecuteerd, liet zich hooren."
En schiet de verbeelding niet eveneens te kort, wanneer eenige
jaren later eene uitvoering op de bazuin in de groote kerk
te Goes (op 6 Januari 1842) aanleiding geeft tot de volgende
ontboezeming: „Ja, dat klonk door merg en been en toen de
bazuinklanken langs de verhevene gewelven rollende en weer
kaatsende in het gemoed daalden, verhieven zich de gemoederen
hooger dan de gewelven. Er kwamen stichtelijke godsdienstige
gevoelens in ons op, en het was ons goed, het was voor onze aan
doeningen goed, in den tempel te zijn. Vooral bij de fantaisie
over de thema's van Hü.vdel stond ons die majestueuse toekomst
voor den geest, die bij het hemelsch bazuingeklank zal aanbreken."
Archief 1914 4