52
zijne veiligheid te duchten. Zelfs de meer eenzaam gelegen lust
huizen, die weleer door stevige ijzeren hekken, door diepe
grachten en zware ophaalbruggen ontoegankelijk gemaakt werden,
zagen al die verdedigingswerken slechten en zijn in onze dagen
zoo bij dag als bij nacht even genaakbaar voor den mensch als
voor het koesterend licht der zon en het zachte schijnsel der maan."
Maar al waren onze Voorvaders naar onze begrippen niet
bijzonder vroolijk gehuisvest, toch maakte de inwendige inrich
ting van de woningen der aanzienlijken en der gegoede burgers
op het oog een gezelligen en weldadigen indruk.
Boven tegenover de voordeur was ook in de kleinere woningen
een goed gebeeldhouwd paneel aangebracht, in de vestibule be
vonden zich een eveneens gebeeldhouwde gangbank, een staande
klokdikwijls van speelwerk voorzienen een ouderwetsehe baro
meter. De groote trap, door een lantaarn verlicht en met eene
kunstige leuning van smeed- of beeldhouwwerk afgesloten, gaf
aan de entree een magistraal voorkomen. De ontvangkamer ver
toonde in eene houten omlijsting paneelen met schilderwerk of
gekleurd satijn, terwijl het plafond uit eene stijlvolle en voorname
stucbedekking bestond, meest alles dateerende uit de 18e eeuw.
De meubelenwaaraan nimmer ontbraken een bureaueen
buffet, eene secretaire en in lateren tijd ook een „stommeknecht,"
waren van donker mahonie- of wortelnotenhout, alle in stijl,
hetzij Louis XVI, hetzij vroeg of laat Empire. De stoelen,
ook van eetkamer of keuken, muntten uit door eene gelukkige
afwisseling van motieven voor leuning en pooten. De zware,
ronde tafels, rustende op eene gedraaide kolom met een stevig
drie- of vierkant voetstuk, verduren thans nog de eeuw en ver
levendigen ons, hoe goed de opzet en hoe meesterlijk de af
werking nog was in dezen tijd van beginnend verval.
Elke familie, die zich wat respecteerde, bezat den onmisbaren
voorraad oud-porselein, eetserviezen van Chineesch-blauw of ge
kleurd-Japanscli, koffie- en theeserviezen van oud-Saksisch, -En-
gelscli of -Hollandsch: eene dagelijks terugkeerende oogenweelde.
In de kasten bevond zich ook wel oud-Delftschdoch dit was
minder in trek en verhuisde meerendeels naar het platteland.
Aan de wanden hingen geschilderde familieportretten van ouderen