63 waren en geen der huisgenooten ooit ontbrakhad omstreeks zeven of acht uur liet ontbijt plaatsom twaalf of één uur werd het een voudige middelmaal gebruikt, daarna volgde in den vooravond de gezelligheid van het thee-uur, kwam in den na-avond de nooit ontbrekende flesch roode wijn op tafel en werd na een sober avondmaal reeds om tien uur de dag besloten. Terwijl het leven bij de gegoeden eenvoudig was uit voorliefde en beginsel, was dit bij de minder bedeelden het gevolg van eene nijpende nooddruft. Bij den arbeidenden stand heerschte voor een honderd jaren en nog lang daarna eene armoede in voeding, kleeding en woning, waarvan het tegenwoordig levende geslacht zich nauwelijks een begrip kan vormen. De sterk afwisse lende graanprijzen deden dikwijls als het ware hongersnood ontstaan roggebrood en kommiesbrood waren voor een groot deel volksvoedsel; kousen en schoenen werden door vele kinderen nimmer gedragen men liep op klompen of barrevoets, de woningtoestanden waren allerellendigst. De loonen waren laag en de werkeloosheid groot. Verwarming en verlichting lieten ook bij de meergegoeden naar onzen maatstaf alles te wenschen over. De turf- en hout vuren in de ouderwetsche haarden verwarmden het vertrek slechts ten halve, slaapkamers werden in het geheel niet, studeerkamers slechts bij uitzondering verhit. Hoewel lampen reeds bekend waren, bepaalde de verlichting, behalve bij feestelijke gelegen heden zich gewooidijk tot één of twee kaarsen. De straatverlichting hield daarmede gelijken tredde lantaarns waren gloeiende spijkers, eerst in 1820 kwamen de zoogenaamde reverbères, hangende lantaarns met een retlecteerspiegel, in zwang terwijl het gas in Zeeland omstreeks 1840 zijn intree deed, 20 jaar later dan in den Haag. Openbare verkeersmiddelen in den modernen zin van het woord bestonden in Zeeland als het ware niet. Zelfs was in dit gewest bij gebreke van kanalen, de trekschuit nooit inheemsch geweest, welk vaartuig in de 18e eeuw het snelste vervoermiddel was, daar wegens de mulle zandwegen zelfs een rijtuig met vier paarden eene trekschuit op den duur niet kon bijhouden. Het verkeer met Holland geschiedde per beurtschipperwaarbij men afhankelijk was van weêr en tij en waarmede altijd eenige

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 129