65 afhankelijk van de verkeersmiddelen en dus even achterlijk. Om van den vasten wal Middelburg te bereiken, vertrok een postkar van Bergen-op-Zoom naar de rivier de Eendracht, waar men met een schuit of veerpont werd overgezet naar Tholen, dan ging het per kar van Tholen naar Scherpenisseper steigerschuit naar Yerseke, per postkar over Goes naar het Sloe, per zeilschuit of roeiboot naar Walcheren, eindelijk per postkar naar Middelburg. Onder de gunstigste omstandigheden duurde dit traject 7 uur, maar bij slechte weersgesteldheid veel langer, en des winters was men bij drijfijs dikwijls dagen lang van den vasten wal afge sloten. In 1817 had de verzending van brieven uit Middelburg eenmaal daags plaats en was het postkantoor aldaar geopend van 912 en 37 uur. Het postkantoor was toenmaals trou wens, zooal geene sinecure, dan toch een bijbaantje: eerst was een med. doctor met het oppertoezicht belast, later fungeerde de kantonrechter tevens als postdirecteur. Doch met het stoomwezen veranderde dat alles en reeds in 1831 werd de 19e eeuw „de eeuw der snelheden" genoemd en roept de meergenoemde schrijver Van den Hull t) uit: „Dan, niettegenstaande de reeds voortreffelijke wegen en de uitmuntende inrigting onzer reiswagensniettegenstaande den grooten spoed, waarmede men van de eene hoofdstad naar de andere reist, is men thans op met nog meer snelheid werkende voertuigen bedacht geworden en heeft men stoomwagens ziep vervaardigen, die in een uur tijds zeventien uren afstands door- loopen. Van deze inrigting valt echter nog weinig te zeggen. Is het daarenboven geene voor de gezondheid der menschen nadeelige snelheid? Is het misschien geene overdrijving der kunst? En kan men spoediger reiswagens verlangen dan die, welke in onze dagen vele landen van Europa in alle rigtingen, dag en nacht doorkruisen? Is het niet genoeg de gewone afstanden voor twee derden verminderd te zien en drie honderd uren wegs in honderd uren tijds te kunnen afleggen? Deze snelheid staat toch gelijk met die eens vluggen schaatsenrijders en kan dus zelfs den ongeduldigste weinig te wenschen overlaten." 1) 1. c. tl. 68. Archief 1914 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 131