72 Wij scharen ons vol hope Om Neêrlands oude vlag, Den schrik eens van Europe, Die zwichten kan noch mag." Een spotblad meende destijds, dat de nieuwe Belgische Koning zijn intocht zou doen in een blauwe kiel. Toen de mobiele schutterij op 1 December 1830 uit Middel burg uittrok met de weinig gevaarlijke opdracht om Schouwen en Zuid-Beveland te bezetten, hield de commandant van dat korps, de generaal-majoor Baron des Tombe de volgende toespraak „Officieren, onderofficieren en schutters! Ik reken het mij tot eene eer bevel te voeren over mannen, die hun leven veil hebben, om hun koning en hun vaderland te verdedigen. Aan vele on gemakken en ontberingen zult gijlieden mogelijk blootgesteld zijn, van den schutter tot den generaal is zulks een vereischte; zonder dat is de militaire stand niets. „Schutters! zoo de vijand vermetel genoeg mocht zijn, om Uwe eilanden te willen aanranden, zoo zult gij hem zeker toonen, dat gij Zeeuwen zijt. Ik zal dan op Ulieden staat makenzooals gij op mij kunt rekenen. Leve de Koning Waarop de mobiele schutterij voornoemd antwoordde met dit marschlied „Des Tombe is een dapper heldhoezee Hij voert ons aan in 't oorlogsveld, hoezee! Hij wordt van al zijn volk bemind, Wij volgen hem dan welgezind, Yivat des Tombe! hoezee! (bis). „Nu dan o brave generaal, hoezee! Wij volgen U ook altemaalhoezee Verdragen met U zoet en zuur En volgen U in 't oorlogsvuur, Vivat des Tombe! hoezee!" (bis). De eerste kompagnie vertrok met de stoomboot „Prinses Ma rianne" naar Zierikzee, de tweede kompagnie op een door de stoomboot op sleeptouw genomen beurtschip -wel een verschil met de tegenwoordige manier van reizen-naar Goes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 138