80
kosten des huishoudens bijdragen, totdat het, jongeling of vrouw
geworden, buiten het ouderlijk huis in deszelfs behoeften kan voor
zien en als knecht of meid, in de eene of andere gelegenheid
zich een bestaan verschaffenom eindelijkevenals de ouders
een toevallig huwelijk aan te gaan en onder dezelfde bekrompene
omstandigheden een huishouden te vestigen." En omtrent den
landbouw zelf vernemen wij
„Wanneer wij de vruchtbaarheid onzer landen met die van
vorige jaren vergelijken en de opbrengst dier dagen naar de
tegenwoordige afineten, dan voorzeker zal elk onbevooroordeelde
gereedelijk moeten erkennen, dat, ofschoon Zeeland nog steeds
in productie vele andere streken overtreft nogtans achteruitgang
op onze velden wordt waargenomen en dezelve niet meer zijn,
wat zij vroeger waren; wel is waar, grootendeels toe te schrijven
aan de verminderde natuurlijke groeikracht onzer eenmaal daar
mede zoo rijk bedeeld geweest zijnde poldergrondenten ge
volge van roovende oogsten, en de veronachtzaming eener vol
doende bemesting, maar ook, aan den anderen kant, grootelijks
te wijten aan den geringen handenarbeid, die aan den grond
wordt besteed en waardoor zoowel, namelijk door het nalaten
van behoorlijk wieden, kappen en delven, als dergelijken, de
vruchtbaarheid schade lijdt, als dat zulks het onkruid, zoo na-
deelig aan de plant, in kracht en hoeveelheid doet toenemen."
In het andere door mij bedoelde werk bericht een volkomen
deskundig schrijver een negental jaren later omtrent de stedelijke
bevolking
„Het aantal ambachtslieden in den eigenlijken zin des woords
is in Middelburg klein te noemen. Zij missen over het algemeen
twee hoofdeigenschappenwaardoor zij aan hunne vereischten
niet voldoen en die misschien veel de oorzaken van hunnen ver
armden toestand en onvoldoende verdiensten zijn; ten eerste toch
vindt men er weinig die hun vak in den grond kennen en die
men in alle opzigten hun werk kan toevertrouwenten tweede
vindt men er slechts van enkele vakken vele, van andere ge
noegzaam geene. Daaruit vloeit voort, dat voor enkel liet
1) Dr. S. Sr Coronel, Middelburg voorheen en thans, 1859, bl. 22-1 vgg.