85 wege aan ons gegevenzullen gehoorzamenvoorts alle Uwe dienaren en raden in de nakoming van dezelve zullen helpen en bijstaan en wijders alles zullen doen wat getrouwe onderdanen schuldig zijn en belmoren te doen." Thans luidt de door Thor- becke geredigeerde formule„Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Bijks." De leden van den gemeenteraad hadden eveneens zitting voor hun leven en werden door kiezers, dezen weder door stemge rechtigden gekozen, voor welke beide categorieën een zekere census was vastgesteld. Het noodzakelijke gevolg hiervan was, dat het eigenlijke volk op de samenstelling en de richting van het provinciaal en van het gemeente-bestuur hoegenaamd geen invloed kon uitoefenen en dat in die beide lichamen nagenoeg uitsluitend leden van dezelfde geslachten plaats namen als tijdens de Bepubliek daarin zitting hadden gehad. Het verdient als een typische bijzonderheid vermelding, wat ik ergens1) vond aangetee- kend, dat te Middelburg in 1848 van de zestien raadsleden slechts twee geen equipage hielden, terwijl er dertig jaar later slechts één was, die zich die weelde kon veroorloven. De beweging van 1848 is niet van Zeeland uit tot stand ge komen en zelfs, toen elders in den lande steeds krachtiger op verandering van Begeeringsstelsel werd aangedrongen, ondervond dat streven bij de burgerij in dit gewest geen kraehtigen steun. Dit is deels te verklaren uit den onderworpen aard der bevolking welke was opgevoed in de vreeze der heeren, deels uit de lauwe houding der pers. De Middelburgsche Courant, steeds het hoofdorgaan der Pro vincie, welke later zoo onverschrokken voor de vrijzinnige be ginselen in de bres zou treden, was vóór 1848 door alles heen gouvernementeel en moest dus van den tuimelgeest der eeuw met bijbehoorende zwijmeldronken niets hebben. Meestal werd het streven der oppositie door haar doodgezwegen, maar als het eene enkele maal ter sprake kwam, zoowel in de buitenlandsehe als in de binnenlandsche politiekals iets hoogst ongepasts afge keurd. Zij noemde den Koning der Belgen steeds „Prins" of 1) Nagtglas, Wat het was en wat het werd bl. 61.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 151