87
Het prospectus van de Zeeuwsche Courant bevatte op 27 Septem
ber 1848 de volgende verklaring: „Zeeland, waar een aristocratiscli
bestuur wel het meest van allen het democratisch beginsel had
onderdrukt; Zeeland, hetwelk door de vertegenwoordigers, uit
zijn midden naar de Tweede Kamer gezondenslechts bekrompene
beginselen en vooral ondergeschiktheid aan het antinationale gouver
nement zag huldigen, gevoelde niet minder, dan eenige andere
provincie, de behoefte zich aan dien leiband te ontrukken."
Op 7 December 1848 bezigde een algemeen om zijn recht
schapenheid hooggeacht advocaat Mr. Ph. van den Bkoecke, deze
woorden ter kenschetsing van het toen afgesloten tijdvak„Het
stelsel van veinzerij van dien tijd, waarbij men in de proclamatiën
en andere Staatsstukken den heiligen naam der Voorzienigheid om
den anderen regel gebruikte of liever misbruikte, om gemoede
lijke menschen te verschalken, moge men met de beginselen van
hoogere slaatkvmde verdedigen ik noem die beginselen in strijd
met de wetten van zedelijkheid en godsdienst, beginselen, waar
door regenten en volken worden ten onder gerigt."
Welke tekortkomingen men ook aan het liberalisme van 1848
moge ten laste leggen, het blijft in elk geval zijne groote ver
dienste, dat de volksgeest, door de onvermoeide werkzaamheid
zijner voorgangers in woord en schrift, is wakker geschud en
tot zelfstandig oordeelen geprikkeld.
Het medezeggenschap, waartoe de kiezers geroepen werden
heeft niet in één dag wonderen verricht, maar wel geleidelijk
opvoedend gewerkt en van lieverlede een besef van verantwoor
delijkheid voor den gang van 's lands zaken doen ontstaan. De
toenmalige kiezers waren, zoo min als de tegenwoordige, be
voegd, om ingewikkelde vraagstukken van staatsrechtelijken aard
op te lossen of zelfs te beoordeelenmaar zij wisten welin
welken koers moest gestuurd worden: het volk voelt dadelijk, of
het geaaid of gekrabd wordt, zooals mij eens een voorstander
van het algemeen stemrecht toevoegde.
De grondwetsherziening van 1848 leidde tot de volledige toe
passing van het parlementaire stelsel, waardoor het zwaartepunt
der ltegeering bij de Volksvertegenwoordiging kwam te berusten,
tot eene veranderde samenstelling en zelfbestuur van de provin-