89
maar (lat hij, evenals ieder onzer, zijne behoeften met den voor
uitgang der maatschappij evenredig heeft zien vermeerderen. Het
gaat niet aan daarvoor de oogen te sluiten of hem het recht
daartoe te ontzeggen en hem naar eene voorbijgegane periode met
andere omstandigheden en andere levenseischen te verwijzen.
Vraagt men, hoe het sociale vraagstuk ten slotte zal opgelost
worden, dan zou ik geneigd zijn te antwoorden: door eene
beperking der bevolking binnen de middelen van bestaan, gepaard
aan eene ruimere voortbrenging, twee factoren, welke reeds
thans hoe langer hoe meer op den voorgrond treden.
Met beperking der bevolking bedoel ik niet het zoogenaamde
tweekinderenstelselintegendeel, wie de noodige middelen bezit,
veroorlove zich de weelde en het geluk van een talrijk gezin.
Maar wel meen ik, dat niemand meer kinderen in het leven mag
roepen dan elk in zijn stand behoorlijk kan groot brengen. Iets
wat haast vanzelf spreekt en toch vroeger dikwijls veronachtzaamd
werd; thans wordt dit beginsel blijkens de geboortestatistiek in
alle beschaafde landen hoe langer hoe meer toegepast, naar ik
vast overtuigd ben, tot zegen van de menschheid.
En wat de voortbrenging betreft, deze overtreft door de ver
betering der techniek de stoutste verwachtingen; in verband daar
mede heeft niemand minder dan Edisox verkondigd, dat in de
21e eeuw een arbeider zal leven als thans een edelman en waagde
de groote scheikundige Bertiiklot de voorspelling, dat de 20e
eeuw de chemische voeding van den mensch en daarmede eene
bevredigende oplossing van de voedingsvraag zal brengen.
Het is trouwens minder juist van eene oplossing van „hel" sociale
vraagstuk te sprekenwant voor ééne opgeloste moeilijkheid zullen
steeds vele nieuwe vragen in de plaats treden als een noodzakelijk
gevolg van den klimmenden levensstandaard. Men betreure dit niet
een hooge levensstandaard is tevens de beste breidel tegen eene onbe
redeneerde toeneming der bevolkingterwijl de duizendvoudige
behoefte de sleutel is van allen vooruitgang, mits onder dit voor
behoud, dat ieder individu en elke klasse niet eer tot de bevre
diging van nieuwe behoeften overgavoordat de middelen daartoe
beschikbaar zijn. Deze zelf beheersching en onthouding is niet
alleen noodzakelijk uit een economisch oogpunt, zij staalt ook