99 De gebeurtenis had betere herdenking dan dit kreupelvers verdiend, want de verlossing van Zeeland uit zijne vereenzaming was een heuglijk feit met verstrekkende gevolgen. Het vroegere isolement was voor de Provincie geenszins eene bron van kracht, maar van zwakte, stilstand en achteruitgang geweest. De Zeeu wen hadden van oudsher, behalve in de koop- en kaap-vaartniet sterk door initiatief uitgeblonken, inaar veeleer eene neiging ge toond, om in het bestaande als iets onvermijdelijks te berusten. Vóór de opening van den spoorweg hadden verreweg de meeste landbouwers nimmer den voet buiten de Provincie gezet; thans werd daartoe de gelegenheid geopend en kon de blik verruimd worden met wat elders viel waar te nemen, eene vergelijking, welke gemeenlijk niet gunstig uitviel voor de Zeeuwsche toestanden, liet aangeboren conservatisme en de gemakzucht van den landbouwer kregen een heilzamen schok. Het werd thans mogelijk nieuwe uitvindingen van allerlei aard te beproeven en toe te passen, terwijl het gemakkelijke verkeer ook eene gunstige gelegenheid opleverde voor den afzet van landbouwvoortbrengselen en voor de verbete ring van den veestapel. Maar al heeft de Zeeuwsche spoorweg, als de slagader van het grootverkeer, hieraan den eersten stoot gegeven, den landbouwer ten platten lande kon men alleen bereiken door de aderen van het kleinverkeerdoor den aanleg van lokaalsporen en tram wegen. Vooral in Zeeland, dat wel breede zeearmen bezit, maar zoozeer misdeeld is van natuurlijke gemeenschapsmiddelen te land, was op dit gebied veel te doen. Het was kort na zijne ambts aanvaarding dat de tegenwoordige Commissaris der Koningin de Heer Mr. H. J. Dijckmeester op een hem aangeboden feest maal in eene welverzorgde tafelrede den aanleg van tramwegen als een dringenden eisch van het oogenblik aan de Provinciale Staten aanbeval. Aan die roepstem is sedert in ruime mate gevolg gegeven, een groot aantal tramwegen is reeds voltooidin aanleg of in voorbereiding, zoodat de Provincie binnen afzienbafen tijd met een volledig en aansluitend net zal overdekt zijn. Aan de Provinciale financiën werden voor den aanleg van wegentramwegen en havens zware eischen gesteldtot in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 165