100
1912 werd aan rentelooze voorschotten verstrekt of toegezegd
f 3,861,310,023, aan subsidiën f 1,294,230,003. liet Provin
ciaal bestuur meende een goed beleid te volgen met voor deze
door en door productieve doeleinden de beurs steeds geopend te
houden, ook al mocht daarvan te eeniger tijd verhooging van
belastingen het gevolg zijn.
Nog in eene andere gewichtige aangelegenheid heeft de Pro
vincie zich de belangen van het verkeer aangetrokken. Nadat
van 1828 tot 1866 een door de Provincie gesubsidieerde stoom
vaartdienst o]) de Westerschelde van Ylissingen naar llreskens en
Neuzen voortdurend aan het publiek vele redenen tot klagen had
gegeven, werd eindelijk in laatstgenoemd jaar tot eigen exploi
tatie van den dienst door de Provincie overgegaan. Welk eene
ontwikkeling het verkeer in den loop der jaren genomen heeft,
moge uit de volgende cijfers blijken: in 1818 werden van Vlis-
singen naar Breskens vice-versa per steigerschuit vervoerd 8582
personen, in 1824 werd het vervoer per stoomboot geschat op
10,000, in 1911 bedroeg het getal 88,552. Op de geheele lijn
VlissingenBreskens en Neuzen met tusschenliggende plaatsen
werden van 1866 tot 1875 gemiddeld per jaar vervoerd 38,270,
in 1911: 187,662 personen. Sedert 1905 werd ook de lijn Wal-
zoordenHansweert door de Provincie in eigen beheer genomen
in aansluiting waaraan de Provincie thans een Decauville-tram
van Hansweert naar Vlake aanlegt, terwijl met ingang van 1912
de exploitatie van den dienst op de Oosterschelde tusschen Mid
delburg en Zierikzee insgelijks in Provinciale handen is overge
gaan. Eene vloot van zes, meerendeels nieuwgebouwde, schepen
met eene reserveboot is voor de uitoefening van dezen dienst
in het leven geroepen.
Zoo al niet voor de Provincie in haar geheel, dan toch voor
de gemeente Ylissingen in het bijzonder is van nog meer be-
teekeuis de stoomvaartdienst, welke van daar op Engeland door
de Maatschappij „Zeeland" wordt uitgeoefend. Nauwelijks waren
de groote havenwerken in Ylissingen in 1873 voltooid, of onder
de voortvarende leiding van Prins Hendrik der Nederlanden,
den broeder van Koning Willem III, werd reeds in 1875 een
nachtdienst tusschen Vlissingen en Sheerness later Queenboro