101 en Folkestone geopend, aanvankelijk met 2 schepen en 1 reserveschip. Thans worden een nacht- en een dag-dienst uitgeoe fend met 6 schepen, benevens 3 reservebooten. Het aantal pas sagiers steeg van 70.388 in 1888 tot 154.801 in 1911, het postvervoer van 814.500 K.G. in 1888 tot 3.356.251 K.G. in 1908, het goederenvervoer van 48.541 ton in 1891 tot 61.183 ton in 1911: cijfers, welke verderen commentaar overbodig maken. Van niet minder belang voor de ontwikkeling van Vlissingen is de mede aldaar gevestigde scheepswerf en machine-fabriek „Koninklijke Maatschappij de Schelde." In 1875 gaf de Staat der Nederlanden voor dat doel eenige terreinen in erfpacht uit aan den genialen Arie Smit, scheepsbouwmeester te Slikkerveer, later burgemeester van Vlissingen en lid der Tweede Kamer, die zijne rechten in hetzelfde jaar aan genoemde Maatschappij over droeg. Van eene aanvankelijk zeer bescheiden onderneming heeft „de Schelde" zich sedert geleidelijk ontwikkeld tot eene hoogst belangrijke en omvangrijke inrichting, welke nog voortdurend wordt uitgebreid. Hoe groot die uitbreiding geweest is, blijkt wel hieruit, dat in 1875 de heer Smit met 18 arbeiders zijn bedrijf begon en dat er thans op „de Schelde" 1800 personen werkzaam zijn, waardoor 10,000 menschen een bestaan vinden. Met de Vlissingsche haven en het kanaal door Walcheren is het anders geloopen, dan men verwacht had in een tijd, toen onze groote havens, Amsterdam en Rotterdam, nog niet voor diepgaande schepen toegankelijk waren. Bij liet in 1865 inge diende wetsontwerj) tot den aanleg dier werken verklaarde de Re geering: „Bij de aanzienlijke uitbreiding van het verkeer, welke dientengevolge te Vlissingen te verwachten is, zal de behoefte aan eene goede watergemeenschap tusschen deze havenplaats en het binnenland, die nu reeds bestaat en waaraan het Sloe niet voldoet, zich nog in veel grooter mate doen gevoelen en een kanaal van ruime afmetingen door Walcheren worden gevorderd." In 1882 echter verklaarde dezelfde Regeering: „De gewenschte toeneming van het verkeer bleef uit. De daartoe gevorderde expeditiehandeldie betrekkingen aanknoopte tot aanvoer en ver dere verzending van koopmansgoederen, ontbrak." Thans, 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 167