104 onverwacht optredende vallen in den onderzeeschen oever: men kende destijds de oorzaak dezer natuurverschijnselen niet. W ie een bezoek brengt aan de polderstreken van Zeeland, zal hier en daar op eenigen afstand van den zeedijk een tweeden dijk aantreffenwelke schijnbaar geen doel heefthet is een zoogenaamde slaper of inlaagdijk, gemaakt voor bet geval dat de hoofddijk mocht bezwijken. Inderdaad was dat oudtijds het stelsel van verdediging, of liever het was geen stelsel, maar eene ongelukkige gelegenheids tactiek waardoor het kwaad niet overwonnenmaar slechts te verder landwaartsin gelokt werd. Een oud rijmpje waarschuwde reeds daartegen „Wie voor mij vreest en van mij vliedt Verteert zich zelf en komt tot niet; Door slapers slapen zij en worden zoo verslonden." Dit is ook de reden, waarom de kustlijn in Zeeland op oude kaarten zoo sterk afwijkt van de tegenwoordigedoor het steeds terugtrekken werd Schouwen b.v. tot op de helft van zijne voor malige grootte verkleind. Wel trachtte men ook door paalhoofden de zee uit den wal te houden, doch deze deden de diepte aan den voet toenemen en wekten in het water stroomingen op, welke het naastliggende onbeschutte deel des oevers beschadigden en ondermijnden. Zoo schadelijk was de werking van deze dammen en paalhoofden op den eigen oever gebleken, dat men op den zonderlingen inval kwam dergelijke werken aan den over kant van den te verdedigen oever aan te brengen, in de hoop van daardoor den stroomaanval naar de overzijde te verleggen. Dit spannen van het paard achter den wagen 's buurmans oever in plaats van zijn eigen verdedigen geschiedde het laatst in 1869 bij den Elizabethpolder tegen het advies van den Rijks- en den Provincialen Waterstaat in met den droevigsten uitslag: in 1870 moesten de dammen in allerijl weder opgeruimd worden. Heter voldeed de verdediging met zinkstukken, d. i. rijshouten vlechtwerken met steenbestorting, welke door middel van kleine vaartuigen, zoogenaamde vletters, op het juiste punt van het te verdedigen oevervak werden neergelaten. Vooral na 1818 werd deze wijze van verdediging tot ontwikkeling en volkomenheid

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 170