nu volking is dit geloofsverschil zeer merkbaar. Bij de katholieken is de levensbeschouwing opgewekter, men houdt na den arbeid van gezellig verkeer en vroolijklieid, de Zondagen zijn na de godsdienstoefening gewijd aan de geneugten des levens en ont spanning. In de protestantsche kringen heeft eene ernstiger opvatting de overhand, de herbergen zijn er niet zoo talrijk, de fanfarekorpsen schaarscher, de zangvereenigingen hebben een godsdienstige tint, de Zondag wordt bijna geheel ingenomen door een twee-, soms drie-maal herhaalden kerkgang. De oude Staten-Bijbel met zijn zwaarlederen band en koperen beslag, zijne mystieke Duitsche letter en zijn gulden inhoud is er nog steeds „biblion," „het" boek, dat door de vrome gemeente hooggehouden wordt en haar in lief en leed steun verstrekt door een innig geloof hac nitimur waaruit dagelijks woorden van hoop en troost en liefde doordringen tot de harten van beproefden en veriatenen: voor het uitverkoren volk een onwaardeerbare zegen. Het calvinisme heeft in Zeeland steeds een weligen bodem ge vonden, het land heeft klassieke godgeleerden opgeleverd, wiel werken nog steeds met stichting gelezen worden, zooals Ber- n audits Smytegelt, den „bliksem der goddeloozen" en Jacobus WilEehsen, het „puiksieraad der vromen en oprechten." Ik geloof overigens niet, dat de bevolking in eene eeuw tijds in dit opzicht veel veranderd is en schrijf dan ook den opbloei van het calvinisme op kerkelijk en politiek gebied in de laatste jaren veeleer toe aan het wegvallen van tegenwerkende oorzaken, aan den schooldwang en aan de uitbreiding van het stemrecht dan aan een eigenlijk gezegd réveil. Onder de landsvaderlijke Regeering van 1813 hadden de calvi nisten weinig in te brengen; zoowel in de steden als ten platten lande waren de oude patricische families oppermachtig en deze waren wel autocratisch en conservatiefmaar geenszins calvinistisch. Toen dan ook de kerkelijke afscheiding in Zeeland onder leiding van Ds. H. J. Budding te Biggekerke het hoofd opstak, was de Regeering die beweging weinig genegen en het verwondert ons inwoners 58.9Ï4 Roorasch-Katholieken381 Israëlieten en 5104 personentot geeue kerkelijke gezindte behoorende.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 176