XV voorziene exemplaar van de zuster van mijn overleden voorganger had opgevat, dat ik het ontbreken van een nummer gemakkelijk zou kunnen constateerenwas spoedig vervlogen. Intusschen noteerde ik, hetgeen ik als ontbrekende meende te moeten be schouwen. Mijne lijst klopte echter niet geheel met eene dergelijke door den heer Fokker samengestelde; ook bleek een verloren gewaand nummer ten slotte toch aanwezig te zijn. „Eene oorzaak van het op den eersten schijn onvindbare eener afbeelding is hierin gelegen, dat verschillende kleine stukken op één groot vel papier zijn geplakt. Mr. Lantsheer is hierbij zeer weinig van de volgorde zijner beschrijving afgeweken, en heeft op één blad afbeeldingen, kaarten en papieren vereenigd, die zakelijk iets met elkander gemeen hebben. In latere „portefeuilles" is echter op een blad, waar nog ruimte overschoot, eene afbeel ding geplaatst, die in de beschrijving veel later volgt en ook niets met den verderen inhoud van het blad te maken heeft. B.v. op een blad in de 12de portefeuille is bij de portretten van den hertog van Parma en van prins Maurits (nos. 66, 67), die in Staats-laanderen geoorloogd hebben en dus hier vertegenwoordigd zijn, eene kaart van de gemeente Heille uit den gemeente-atlas van Kuyper (n°. 131) gevoegd. Zulke curiositeiten kan een conservator opteekenen, maar het publiek vindt niet, wat het zoekt. „Het resultaat van mijne eerste revue is dus geweest, dat ik de noodzakelijkheid eener nieuwe nummering van de verzameling in overweging ben gaan nemen. „Tegelijkertijd was ik bekend geraakt met sommige eigenaardig heden der gedrukte beschrijving. Dit werk is bij gedeelten ver schenen, en wel blijkens de Genootschapsverslagen en de algemeene inleiding, in 1866, 1867, 1870, 1876, 1878 en 1880. In de inleiding (biz. XIII) heeft de heer Xagtglas zich verdedigd tegen de aanmerking, die op de uitvoerigheid zijner aanteekeningen was gemaakt. Ik houd de aanmerking echter voor zeer gegrond. Het is geoorloofd, ja gewenscht, in den catalogus in noten te stellen, wat noodig is tot begrip eener voorstelling, maar het is daar niet de plaats om naar aanleiding van eene kaart alles te vermelden, wat men van eene streek, of bij een portret alles, wat men van een persoon kan te weten komen. Als schatkamer

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 17