XVI van wetenswaardigheden heeft de beschrijving eene zelfstandige waarde, maar als catalogus kan zij niet tot voorbeeld strekken. Vooral het laatste gedeelte, door den beer Nagtglas alleen be- werkt, is hinderlijk breedsprakig. Voor de beschrijving van portefeuilles XXII is evenveel papier noodig geweest als voor die van portefeuilles IIX „Tot een besluit om eene nieuwe beschrijving te maken, is echter meer noodig dan tot een voornemen om de nummering te verbeteren. „Mij voorloopig beperkende tot het denkbeeld eener betere orde ning, en daaraan vastknoopende de overweging van de beste plaats waar de aanwinsten zouden zijn onder te brengen, werd ik ge troffen door de opmerkingen in de algemeene inleiding (biz. XI) omtrent het beginseldat aan de indeeling der verzameling ten grondslag ligt. Men leest daar, dat eerst het beginsel van Verheye van Citters is gehandhaafd, ofschoon het niet ten volle goed gekeurd werd, maar dat de heer Nagtglas is geëindigd met er van af te wijken. De verzameling, zooals ze in 1863 door het Genootschap verworven is, is ingedeeld volgens den „Tegenwoor- digen Staat van Zeeland.'" M. i. is het zeer goed geweest deze indeeling te behouden, maar men had de nieuwe aanwinsten niet moeten inlasschen. Men heeft dit toch gedaan en daardoor eigen aardige anomaliën gekregen. Om te weten, dat men b. v. het portret van onzen Voorzitter in het Vijfde vervolg op de vierde portefeuille onder de afdeeling „Eerste Edele en representanten van den Eersten Edele" moet zoeken, wordt toch eene speciale historische kennis vereisclit. Eene dergelijke catalogisecring van aanwinsten zou ik niet gaarne blijven doorvoeren; maar zou de consequentie van eene verandering te dien opzichte niet zijn eene gansch andere indeeling? „In mijne onervarenheid kon ik partij trekken van de wijze van beheer van andere verzamelingen. Ik stelde mij dus voor en doe het nog om daardoor eenige methode in mijn nieuwen werkkring te verwerven. Intusschen had ik in één opzicht reeds eene besliste meening, n.l. omtrent de aanwezigheid van archief stukken en andere handschriften in de verzameling; deze zijn daar niet op hunne plaats. Waar reeds vroeger de archiefstukken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 18