xwiii
„Dit buitengewoon welwillend en vleiend adres wordt door mij
op zeer lioogen prijs gesteld en ik kan nauwelijks zeggen hoe
gevoelig ik er aan ben dat het genootschap op de lieve gedachte
gekomen is mij op zoo uitbundige wijze zijne sympathie te be
tuigen. Ik breng daarvoor mijn besten dank.
„Victor de Stuurs."
Ofschoon het Zeeuwsch Genootschap niet rechtstreeks betrokken
was in de plaatsing van eene gedenkplaat ter eere van Robert
Browne en Thomas Cartwrigt, welke op 21 September 1913 door
den heer William Elliot Griffis onder medewerking van den heer
Dr. H. T. Oberman in de Engelsche kerk onthuld werdzoo deed
het bestuur daarbij toch door zijne tegenwoordigheid van zijne be--
langstelling blijken. Alle aanwezigen waren onder den indruk van
de treffende rede, welke de beer Elliot Griffis uitsprak naar aanlei
ding van het woord van Petrus XX (2C zendbrief 1, 57): „En
gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw
geloof deugd, en bij de deugd kennis, en bij de kennis matig
heid, en bij de matigheid lijdzaamheid, en bij de lijdzaamheid
godzaligheid, en bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de
broederlijke liefde, liefde jegens allen." De spreker drukte tevens het
verlangen uit, dat, als de Schotsche gemeente te Middelburg onver
hoopt mocht worden opgehevende gedenkplaat dan het eigendom
van liet Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen zou worden.
Yoor honderd jaren besloot de President Mr. X. C. Lam-
brechtsen zijne reeds in den aanvang aangehaalde rede met de
volgende apostrophe aan de nieuwe directeuren, welke ik hier
als een passend slot herhaal en waarvan de inhoud zoowel op de
nieuwe heden avond gekozen leden als op de reeds zitting heb
bende directeuren en leden toepasselijk moge zijn
„Het getal van Directeuren zegt de heer Lambrechtsen
met verscheidene waardige Mannen door uwe keus vermeerderd
te zien, verheugd mij.
„Zijt welkoom Mijne Heerenin dit heiligdom der Zanggo
dinnen. Gij zijt Zeeuwenen wilt immersmet onsde eer
van ons herrezen Zeeland handhaven.
Archief 1914. C