8 lengterichting van den dijk en dwars daarop een laag rijshout van 13 tot 16 c.M. dikte. De rijs- en rietlaag moet nu weer vast verbonden worden met het dijkslichaam. Dit gebeurt, door dat men op afstanden van 35 a 40 c.M. dwars op de richting van het rijshout, dus in de lengterichting van den dijk, paaltjes door het rijs, riet en de krammat heen in de klei slaat en om deze paaltjes heen een vlechtwerk legt van zoogenaamde latten of haringband ter hoogte van 15 a 18 c.M. De op deze wijze ontstane lage gevlochten heining wordt in de waterbouwkunde „tuin" genoemd. In de breedte van het rijsbeslag worden nu tuinen op grooter of kleiner afstand evenwijdig aan elkander geplaatst; gewoonlijk is die afstand 33 c.M. Tussehen de tuinen worden losse steenen gestort om het rijsbeslag eenigszins te beschermen tegen de volle inwerking van het zonlicht en tegen den direkten aanval der golven. Het rijsbeslag werd aangebracht van af den buitenvoet van het duin, dus van af het strand, tot een eind boven het lioog- waterpeilterwijl daarboven het hooger oploopende duin aan vankelijk alleen met helm beplant werd, doch later ook onder een flauwe helling werd afgewerkt, met klei bekleed en voorzien van een enkele krammatmaar van eenigszins sterkere constructie dan die onder het rijsbeslag, door meerdere dikte van de stroo- laag en door dichter bij elkaar geplaatste rijen van beugels. Deze heel eenvoudige en zeer vergankelijke middelen zijn van den beginne af aan tot in de 19e eeuw de eenige geweest en gebleven, om het wel volumineuse, maar innerlijke weinig hechte lichaam van den dijk eenigszins bestand te maken tegen de hevige aanvallen, die het van de zee te verduren had. Eerst in de 19e eeuw werd het rijsbeslag door steenglooiing vervangen. De geringe duurzaamheid van het rijsbeslag, dat na weinige jaren reeds, alleen door de werking van de zon, zijn taaiheid en hechtheid verliest en vernieuwd moet worden, maakte dat de onderhoudskosten in normale gevallen al vrij hoog werdenen U zult gemakkelijk begrijpen, dat de herstellingskosten van de geschetste dijksverdediging in haar geheel, dus van rijsbeslag, staketwerk en krammat, buitengewoon groot werden, wanneer

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 68