9 eenigszins krachtige stormen den dijk teisterden. Dan werden groote oppervlakten rijsbeslag in korten tijd vernield; de steen bedekking werd naar den voet van den dijk op bet strand en in zee gesleept, het staketwerk werd uitgerukt en groote massa's klei en zand werden uitgeslagen, zoodat ernstig gevaar voor doorbraak ontstond. Het is dan ook minder te verwonderen, dat liet onderhoud van den dijk schatten en schatten gekost heeft, dan dat hij, in de meer dan vier eeuwen, die hij nu reeds bestaat, slechts tweemaal doorgebroken is, n.l. in de jaren 15-31 en 1682. Hoe moeilijk het ook viel de buitenwerken te Westkapelle in weerbaren staat te onderhonden, hoe duidelijk ook in den loop der tijden bleek, dat de hoofden op het strand dit niet voor verlaging en vermindering konden behoeden, hoe dikwijls ook groote brokken uit den voet van den dijk werden weggeslagen, zoodat men dien niet meer op zijn oude plaats kon herstellen, maar daarmede landwaarts moest terugtrekken, toch hebben de opvolgende bestuurders van Walcheren niet willen weten van prijsgeven der oorspronkelijke zeewering en het maken van een nieuwen dijk of slaperdijk achter den buitendijkzooals wel geschied is bij de Houdsbossche en Pettemer zeewering in Noord- Holland. Deze bewering schijnt in strijd met hetgeen het kaartje van Van Deventer te zien geeft. Maar de oji dit kaartje aan gegeven binnendijk is ontstaan, vóórdat men aan de eigenlijke buitenverdediging is begonnen, in den tijd toen men, ongerust geworden door het afnemen der duinenzich nog niet de moge lijkheid voorstelde de snelle vernietiging van die duinen te kunnen tegenhouden. Met hoeveel succes de strijd tegen de zee volgehouden is, blijkt duidelijk, wanneer men de kaart van Van Deventer van omstreeks 1550, Bijlage II, vergelijkt met een kaart, die den tegenwoordigen toestand weergeeft. Men ziet dandat de laag- waterlijn zich ter hoogte van het tegenwoordige geleidelicht op den dijk sedert het midden der 16e eeuw 150 M. landwaarts verplaatst heeft, en ter hoogte van den molen vóór het dorp slechts 90 M. Verder dat de binnenkruinlijn van den tegenwoordigen dijk op het punt, waar liet verlies van grond het grootst geweest

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 69