16
onderhoud, dat nu 70,000 gulden eischt, veel zou verminderen.
Met de inlaag bedoelen zij een deel van den buitendijk te laten
vervallen en in de plaats daarvan een nieuw stuk dijk te maken
meer binnenwaarts, natuurlijk één geheel vormende met dat deel
van de buitenwering, dat behouden kan blijvenomdat bet minder
geleden beeft.
Mocht echterzoo eindigen zijniet tot de inlaag besloten
worden, maar de bestaande dijk in zijn geheel hersteld worden,
dan raden zij toch aan te zijner tijd een geheel nieuwen parallel-
dijk te leggen „tot securiteyt en meerdere versekeringhe van den
lande."
Het tweede advies is dat van de dijkgraven van de Oost-Zuid-
en Westwatering van Walcheren en de drie commiezen (opzichters)
van die wateringen, van 16 Maart 1632. Ik zal U dit niet
voorlezenmaar U alleen mededeelendat zij voorstellen het zui
delijk gedeelte van den dijk vlakker te leggen en liet noordelijk
deel over te halen en daar den teen achteruit te brengen, nl.
„tegen de opperste reke van tstaketdat jegenswoordigh gemaeckt
is, wesende de vierde reke van onder opwaerts." De helling,
die zij den dijk wenschen te geven is „op iedere roede twee voeten
ende een half druypens", dus een helling iets steiler dan de vorige
adviseurs aangaven. De zanddijk moet verder bedekt worden
met een kleilaag, dik 6 voet, tot boven liet staket en van daar
naar hoven, tot over de kruin met ten minste 4 voet klei. En
dan zeggen zij verder: „De dijck aldus voltrocken sijndeis
noodigh denselven te hecrammen ende te beslaen met rijs ende
daerop stellen van stakettingen so hooge tot boven den slach
van twater, de cruyne van de palen niet hooger als di'ie voeten
boven de matte."
Zij zijn tegen liet leggen van een inlaag, omdat die niet goed
aan te sluiten zou zijn aan de duinen, maar wel zouden zij „om
de gerustheyt van de gelande te gelegener tijt een suffisanten
slaper willen leggen, daer de heeren sullen goet vinden en de
plaetse sal connen leyden." Op dit laatste punt komen zij dus
overeen met de vorige adviseurs; de inlaag keuren zij echter ab
soluut af.
Het derde advies is van dijkgraaf, gezworenen en commies van