18 Walcheren wonende, souden mogen ontbieden te eommen carren tsy 3 a 4 dagen te weecke, op sulcke penen by UEd. goed te vinden, verhopen dijckgraef en gezworens, dat tselve sal connen werden gemaeckt by de inwoonders, en nyet noodigh sal wesen vreemden te ontbieden, en waere goet Maendach te beginnen, ende versoueken vorders van UEd. bequaem eycken houtsteen ende rijs te willen versorgen naer bebooren." In den geest van het laatste advies wordt door de Staten van Walcheren besloten. Het grootste deel van den dijk zal gebracht worden onder een helling van 6 op 1paalhoofden en nollen dat zijn hier korte, vrij hooge aarden dammen, verdedigd met rijs en steen en palenen evenals de paalhoofden dwars op het strand gelegd in aansluiting met den dijk, zullen worden hersteld en een nieuwe nol zal gemaakt worden. De werken worden den 7en April in 16 onderdeelen aanbe steed, maar het lukt niet voor alle perceelen aannemers te vinden zoodat den 19en April wordt besloten, dat iemand naar Gorcuin zal reizenom daar te vernemen naar werkbazen en die uit te noodigen te Westkapelle werken te komen uitvoeren. Om toe te zien op den goeden gang van 't werk, dat gedeel telijk in eigen beheer gedaan werd, en om te kunnen onder handelen met de eigenaars van weiden, met den bakker, den brouwer en de zoetelaars, voor de levering van gras voor de paarden der aannemers en van vivres voor de werkliedenworden twee heeren van de Staten aangewezen om naar Westkapelle te gaan en daar voorloopig te blijven. Den 5en Mei werd bepaald dat de „carren genieten sullen vijftig stuyvers daags, mits dat de dijckgraef en gesworens zorg dragen, dat sy wel aanryden ende dat er altijt een gesworens carré voorrijd." Het waren dus in dien tijd niet alleen eerebaantjes dijkgraaf of gezworen te zijn; zij waren er niet met vergaderen en in- specteeren af, de heeren werden zoo noodig ook aan het werk gezet. Den 23en Mei wordt, onder meer, besloten dat men daar, waar de dijk overgehaald is, düs vlakker is gelegd dan te voren, nog negen reken staket zal aanbrengen boven de vijf, die er reeds

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 80