volgens nog 21, 20 en 20 schellingen dijkgeseliot betaald worden en kon men pas in 1686 tot het toen ter tijde normale van 16 schellingen per gemet of f 12 per H. A. terugkeeren, een dijkgeschot, dat naar verhouding van de waarde van het land, 2 a 3 maal zoo groot was als het tegenwoordige. Dat het door de financieële mpeilijkhcden ook dikwijls tobben was met het werkvolk, kan b.v. blijken uit een rapport van den Griffier van de Staten van Walcheren, uitgebracht in de vergadering van 15 Juli 1683, waarin medegedeeld wordt, dat de arbeiders te Westkapelle onwillig zijn te werken aan de kram- mat; slechts 4 man en 4 jongens zijn, niettegenstaande bedrei gingen, uitgekomen. De dijkgraaf van de Vijfambachten komt tegen de voorstelling van den Griffier op; hij zegt, dat de West- kappelaars niet onwillig zijn te werkenmaar dat zij in veel maanden niet betaald zijn, sommigen zelfs sedert een jaar niet. Ik stap hiermee van het ongelukkige jaar 1682 af en verzoek L" thans eenige aandacht te geven aan de Bijlage I, de kaart van Massol, van 1760. Het begin van den dijk in het zuiden komt vrij wel overeen met het tegenwoordige. In het noorden loopt hij door tot een driehonderd meter voorbij de inlaag van 1682, d. i. tot de tegenwoordige dijkpaal 26 en is dus 2600 M. lang. Het noordwaarts aansluitend duin is reeds onder een flauwe voorhelling gebracht en op sommige plaatsen met rijsbeslag en krammat voorzien; het voorliggend strand is door hoofden en door steenbestorting aan den laagwaterrand verdedigd. Het strand voor den dijk is grootendeels verdwenen; het „re- delyeke voorlantwaarvan in één der rapporten van 1632 nog sprake is, zooals ik straks voorlas, is bijna geheel door de zee weggespoeld. Alleen voor het zuidelijk deel van den dijk tot even benoorden het dorp wordt nog strand aangetroffen. Van af de buitenkruinliju is de buitenhelling over een breedte van 5 roeden of minder beplant met gras of helmdaar beneden komt een strook krammat van gemiddeld 19 roeden breedte, met uitzondering van het zuidoostwaarts ombuigend begin van den dijk, waar de krammat slechts 6 a 7 roeden breed is. Beneden de krammat is rijsbeslag aangebracht dat 2 tot 6 roeden breed is, en zeewaarts daarvan steenbestorting tot een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1914 | | pagina 86