26
Het staketwerk op liet rijsbeslag evenwijdig aan de strandlijn
is niet ruim toegepast. Wij zien op de kaart sleelits op het
noordelijk deel van den dijk en op een plaats benoorden den
eigenlijken dijk staketwerk geteekend en dat nog slechts van
geringe breedte, veel geringer dan het tegenwoordig is en dan
het in de 17e eeuw was, toen, zooals ik U straks voorlas, naar
aanleiding van het gebeurde in 1662, op den overgehaalden dijk
9 rijen staket werden toegevoegd aan de 5 reeds bestaanden. Het
zoogenaamde „bree staket" op de kaart van Massou vertoont
slechts 4 rijen.
Haar de evengenoemde kaart ons niets leert van den vorm van
het dwarsprofiel van den dijk, verwijs ik U daarvoor naar de
teekening, Bijlage IV, waarop in zwart dat profiel is voorgesteld
genomen over het „Pierminneshooft" op de kaart van Massol,
d. i. ter plaatse ongeveer van den tegenwoordigen dijkpaal 21
of een paar honderd meter bezuiden het meergenoemde geleide-
licht, dat thans op den dijk staat.
Hat profiel is overgenomen van een stel dwarsprofielen in het
archief van den Polder Walcheren aanwezigdat dateert van het
jaar 1812. Het is dus mogelijk, dat het niet geheel past in de
kaart van 1760, maar toch kan het wel in verband met deze
kaart worden beschouwd, omdat er van 1760 tot 1812 geen
belangrijke veranderingen in den Westkappelscheu dijk zijn ge
maakt.
Uit het stel dwarsprofielen van 1812, waarvan dus slechts een
enkele in Bijlage IV gereproduceerd is, blijkt dat het dijkslichaam
over de grootste lengte, van af laagwater tot de binnehkruinlijn
dus met inbegrip van den kruin van den dijk, een doorgaande
gemiddelde helling heeft van ongeveer x/15; alleen de profielen
over het zuidelijk deel van den dijk geven een belangrijk sterkere
helling aan tot 1/0. He hoogte van de binnenkruinlijn varieert
van 2i/2 roede of 9.10 M. ongeveer boven gewoon laagwater in
het noorden van den dijk tot ongeveer 7.30 M. in het zuiden,
liet strand van het zuidelijk deel van den dijk, dat op de kaart
van 1760 nog voorkomt, is in de dwarsprofielen over dit deel
reeds verdwenen. Verder blijkt uit die dwarsprofielen, dat het
zandlichaam van den dijk bedekt is met een kleilaag van on-