VII
De ouderwetsclie kamer: de heer J. A. Frederiks.
Porselein en aardewerk: de heer Mr. AA. Polman Kruseman.
Ethnographische voorwerpende lieer L. A. E. van der Ley.
Zoölogie (met uitzondering van de vogels, insecten en conchy-
liën)de lieer Dr. J. G. de Man.
Opgezette vogels: de heer W. Chr. Noske.
Entomologie: de lieer AA. Ohr. Noske.
Conchyliën: de lieer J. C. van der Harst J.Jz.
Mineralia en voorwerpen van geologischen aardde heer Dr.
E. van der Laan.
Botanica: mej. A. P. Ogterop.
Schilderijen, platen en portretten, niet tot de Zelandia Illus-
trata behoorendede heer Mr. AA*. Polman Kruseman.
De oudheidkundige commissie telt door het overlijden
van den heer J. H. 0. Heyse slechts twee leden meer: Jhr. Mr.
A. van Reigersberg Versluys, voorzitter en .1A. Frederiks,
secretaris.
In de commissie van de redactie voor het Ar
chief werd de lieer Dr. L. AA. A. M. Lasonder, die naar
's Gravenhage verhuisd was, vervangen door den heer Dr. K.
Heeringa, zoodat die commissie thans bestaat uit de HH. Dr.
E. Bijlsma, AA. O. Swaviug en Dr. K. Heeringa.
Het aantal betalende bezoekers van de verzamelingen
bedroeg in bet afgeloopen jaar 2156, waarvan 617 tot den wer
kenden stand behoorden, tegen onderscheidenlijk in het vorige
jaar 2870 en 649. Irt de maanden Juli, Augustus en September
leed het bezoek kennelijk onder de mededinging van de Tentoon
stelling van Zeeuwsehe kleederdrachten, welke in de Abdij alhier
gebonden werd; nadien werd de toeloop van vreemdelingen weder
normaal.
Heeft, die Tentoonstelling ons op die wijze een weinig afbreuk
gedaan, daarentegen wachtte het genootschap eene blijde en wel
kome verrassing, toen het Bestuur der „Tentoonstelling van