32
onder bepaalde omstandigheden bij afkoeling gekrompen en ge
spleten is tot vijf- of zeshoekige zuilen. Het bazalt, dat in ons
land verwerkt wordt, komt hoofdzakelijk uit de groeve bij Linz
aan den Rijn, waar het in nagenoeg rechtopstaande zuilen van
groote lengte voorkomt. l)eze zuilen worden losgebroken, op
verschillende lengten gekort en gesorteerd. In de glooiing worden
de zuilen met de ribben haaks op de te verdedigen helling gezet
en zoo dicht mogelijk aan elkander aangesloten.
In ons land is bazalt voor zeeweringen in gebruik gekomen
na een rapport van den Hoofdingenieur van den Waterstaat
13. H. Goudriaan, uitgebracht aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken den 6 Juli 1833. In dit rapport zegt de Hoofd
ingenieur, „dat de bazalt de voorkeur schijnt te verdienen, als niet
onderhevig aan afschilfering en vertering, boven de Dooruiksche
steen, voor zooveel dezelve niet dagelijksch door het water be-
spoeld wordt."
De groote overgang tot bazalt is begonnen in 1882. In dat
jaar werd door het Polderbestuur besloten in een tijdvak van
10 jaren 69000 M2. nieuwe bazaltglooiing te maken. Toen dit
besluit in 1891 was uitgevoerd, was de oppervlakte met bazalt
verdedigd nagenoeg 86000 M2., door uitbreiding van bedoeld
besluit en door verschillende werken, vóór 1882 uitgevoerd. Na
1891 werd nog meer uitbreiding gegeven aan het bazalt ter
vervanging van de minder sterke Dooruiksche en Vilvoord-
sche glooiing, zoodat tegenwoordig de oppervlakte bazaltglooiing
-f- 99000 M2. bedraagt.
Er is heel wat kapitaal in de steenglooiing vastgelegdmaar
toch zijn de onderhoudskosten, rente en afschrijving van het
kapitaal meegerekendminder dan zij vroeger waren en stellig
zeer belangrijk minder dan zij zouden zijnwanneer thans nog
de verdediging met rijsbeslag plaats had. Want de toestand
wordt te Westkapelle op den duur ongunstiger, door de wel
langzame maar toch aanhoudende verdieping van den zeebodem
langs den teen van den dijk.
Wordt thans bij storm een stuk glooiing uit het benedenbeloop
van den dijk geslagendan is het nagenoeg onmogelijk den ouden
toestand te herstellen en het landwaarts terugtrekken van den