voet der glooiing is financieël onuitvoerbaar. Met alle macht
moet dus getracht worden de steenglooiing en den voet van den
dijk te behouden. Steeds zwaarder wordt dan ook de steenbe
dekking. Bij de zeer belangrijke verbetering in 1882 ontworpen
werden op de meest blootgestelde plaatsen bazaltzuileu van 42
tot 50 c.M. lengte gekozen. Men meende toen, dat men daar
mede voor goed van den dijksvoet af zou zijn, dat een dergelijke
zware glooiing onverwoestbaar was. De ondervinding heeft het
anders geleerd en tegenwoordig wordt bazalt verwerkt, die 50
tot 55 c.M. lang is, ternauwernood meer te hanteeren door
de stoerste Westkappelaarssteenbrokkendie soms ver over de
100 K.G. wegen. Maar ook met die glooiing is het pleit niet
gewonnen; het is eene bepantsering, die het wat langer uithoudt,
maar afdoende is zij allerminst.
Om den voet van den dijk te behoudenis het in de eerste plaats
noodig, dat de onderzeesche bodem, vóór dien voet, behouden
blijft. Maar die vooroever ondergaat noodgedrongen langzame
doch gestadige verdieping, niet zoozeer door den stroom langs
den dijkals wel door de werking der golvendie bij stormweer
tegen den dijk oploopenoverstorten en terugloo2ienzoodat onder
het zichtbare golvende wateroppervlak groote massa's water met
groote snelheid langs de helling naar zee afstroomen en den grond
meevoeren van den zeebodem voor den dijk. Het is juist met
het oog op de werking van die terugloopende golf, dat het van
zoo groot belang is een zoo flauw mogelijk dijkstalud te hebben.
In de eerste plaats wordt daardoor de hoek, waaronder het af-
stroomende water den zeebodem treft, het kleinst, in de tweede
plaats wordt bij een flauwer helling de weg langerwaarlangs het
water afstroomt, en daardoor zijn levende kracht door wrijving
verminderd; door beide oorzaken wordt de aanval op den zee
bodem minder, naarmate de helling flauwer is.
Het wegvoeren van grond, de verdieping van den vooroever,
moet nu zooveel mogelijk, bij de bestaande dijkhelling, tegen
gegaan worden. Waar men nu op meer beschutte plaatsen voor
dat doel den bodem over mindere of meerdere breedte kan be
dekken met een mat van rijshout, bezwaard met steen, het U
waarschijnlijk wel bekende, echt Hollandsch zinkstuk, daar moet
Archief 1914 8