34
men te Westkapelle zich tevreden stellen met een enkele bestorting
van steen op den naakten zeebodem, want tijd en gelegenheid
om een zinkstuk aan te brengen is er te Westkapelle, tengevolge
van de meestal te onrustige zee, bijna nooit.
En de steenstukkenvoor die bestorting te gebruikendienen
zwaar te zijn, anders slaan zij weg. In de 16e, 17e en 18e
eeuw werden gewoonlijk kleinere steenstukken gestort, tegen
woordig gaat men tot stukken, die 1500 a 2000 Kg. wegen. En
ook deze. steen blijft bij storm niet rustig liggen. Bij den korten
maar hevigen storm van 30 September 1911, werden niet minder
dan 130 steenen van l1/.2 a 2 ton van de bestorting door de
golven opgenomen en tientallen meters weggesmeten, tusschen de
staketten op de steenglooiing en zelfs werd een van de steenen
van 5x/2 duizend kilogram, 2.30 M. lang, 1.30 M. breed en
0.70 M. dik, die de laatste jaren met veel moeite en zorg als
onderste laag aan den voet der glooiing worden geplaatst, door
de golven opgenomen en ruim 10 M. van zijn ligplaats, zoo
netjes over de koppen der staketpal en heen, die ongeveer 1 M.
boven het vlak der steenglooiing uitsteken, in een vak van het
staket gezet., dat hij aan de palen en gordingen geen andere be
schadiging had toegebracht, dan een paar onbeduidende schram
metjes.
Velen Uwer zullen zeker ook het, bij dien storm tegen den
dijk uit elkaar geslagen ijzeren schip, de City of Benares, gezien
hebben en zich hebben verbaasd over de ontzettende kracht van
de woeste zee, toen zij op de 2 c.M. dikke ijzeren platen neer
keken, die, niettegenstaande de zware ijzeren versterkingen, van
een gescheurd waren, verbogen en verwrongen als karton.
Bij de verandering van rijsbeslag tot steen
glooiing, zijn de oude staketwerken behouden gebleven, zij het
dan ook met eenigszins gewijzigde constructie. Zelfs zijn die
werken veel ruimer toegepast dan in de laatste anderhalve eeuw
van de verdediging met rijsbeslag.
De eigenlijke beteekenis der staketwerkenhieronder nu ook
de open paalrijen rekenende, die op de minder aangevallen ge
deelten van den dijk staanligt daarindat zijhoog boven het
vlak der glooiing uitstekende, de uit zee oploopende golf op de