53
heid worden uitgemaakt, daar de acta vóór 1602 geheel ontbreken.
Dr. van Boetzelaek zal echter wel gelijk hebben met zijn ver
onderstelling, dat voor dien tijd niets is geschied, omdat hetgeen
onder L September 1603 vermeld wordt geheel den indruk van
iets nieuws geeft
Reeds uit het aangehaalde blijkt, gelijk wij in de geschiedenis
telkens bevestigd zullen ziendat de aansporing tot het werk
uitging van de bewindhebbers der O. I. Compagnie. Ongetwijfeld
strekt het tot beschaming der Kerk, dat een handelmaatschappij
haar op haar roeping wijzen moest, ja ook haar het werk schier
geheel uit de handen kou nemen; want dat de prediking van
het Evangelie taak der Kerk is, aan welke het Woord Gods is
toebetrouwd, zal zeker niemand in onze dagen meer ontkennen.
Toch treft der Classis Walcheren alleen geen verwijt. Allerwege
ontbrak het besef der Zendingsroeping. De Protestantsche Kerken
hadden na de Reformatie de handen zoo vol met eigen inrichting
en organisatie, dat aan Zending niet gedacht werd. Ook ver-
eischte de strijd tegen Rome inspanning van alle krachten. Zelfs
waren velen van gevoelen, dat het Zendingsbevel van Jezus:
„predikt het Evangelie aan alle creaturen" 2) reeds was volbracht
in de dagen der apostelen, en hun dus niets meer te zeggen had.
Eindelijk mag niet uit het oog worden verloren, dat door haar
octrooi de Compagnie in Indië oppermachtig was. Alleen met
volledige toestemming van de heeren Bewindhebbers kon eenige
arbeid, van welken aard ook, in Indië worden verricht. Echter
ontsloeg dit laatste feit de Kerk niet van haar roeping, tenminste
het initiatief te hebben genomen, en het werk der Evangelie
prediking bij de Compagnie ter sprake te hebben gebracht.
Dat de Classis Walcheren nu in dezen geen uitzondering maakte
behoeft geenszins te verwonderen. Het rechte en volledige inzicht
in het Zendingswerk is eerst vrucht van de 20",e eeuw. Tot eere
van onze vaderen mag worden getuigd, dat, toen van de zijde
der O. I. Compagnie de vraag om hulp tot hen kwam, zij
dadelijk bereidwillig zijn geweest en zich buitengewoon actief
1) A. v. bl. 50 noot 1.
2) Marcus 16 15.
