II)
's Gravenhagede HH. J. M. B. Beuker te Apeldoorn, Justus
Brinckmann te Hamburg, Dr. G. Brom te Rome, H. E. de Bruijn
te 's Gravenhage, W. Hovy te Amsterdam, Prof. Dr. A. A. W.
Hubreebt te Utrecht, A. J. Kan te Assen, P. Polet te Utrecht,
Max Booses te Antwerpen en Mr. J. de Witt Hamer te Goes.
Aan elk hunner moge ik naar het bestaand gebruik, buiten
dit verslag om, een enkel woord ter herinnering wijden.
Alle (27) in de vorige Algemeene vergadering benoemde nieuwe
leden namen hunne benoeming aan op één na, die verzocht als
directrice overgeschreven te worden, en een ander, die bedankte;
dit laatste deed eveneens met het oog op de tijdsomstandigheden
een vroeger benoemd lid.
Als directrice trad toe het zoo even bedoelde lid Mej. A. M.
de Man, terwijl als directeuren bedankten de HH. H. J. E.
Gerlach van St. Joosland, Jhr. M. van den Brandeler, Mr. W.
M. Paardekooper Overman, Mr. K. W. H. van Lidth de Jeude
en J. Terpstra, de laatste vier wegens vertrek naar buiten de
Provincie.
Het aantal directrices en directeuren bedraagt thans 32, het
aantal leden 480, waarvan 95 te Middelburg gevestigd zijn;
volgens het vorige jaarverslag waren die cijfers onderscheidenlijk
35466 t) en 91.
In de op 1 April 1914 gehouden Algemeene Vergade
ring werd ter vervulling der vacature van bestuurslid, ontstaan
door de periodieke aftreding van den Heer W. O. Swaving, die
volgens de wet niet herkiesbaar was, uit de daarvoor aanbevolen
HH. Dr. K. Heeringa en Jhr. mr. dr. W. A. J. Snouck Hur-
gronje eerstgenoemde gekozen, die zich de benoeming liet wel
gevallen.
Met ingang van 1 Januari 1915 onderging het bestuur ander
maal eene wijziging, daar de heer Jhr. inr. W. II. Hoeufft zich
genoopt zag wegens gezondheidsredenen zijn ontslag te nemen.
Op grond van art. 46 der wet werd daarin tot aan de Algemeene
1) Door eene drukfout stond op bl. V van dat verslag 406 in plaats van 466.