84 seling van art. 49 in 50 niet aangeven; nu liet echter ook met de andere artikelen zoo staat, achten wij de mogelijkheid niet buiten gesloten, dat men het opschrift nam als le artikel, om zoo verder op te schuiven.) Nu, dat 50e of 49e artikel, waarom het gaat bij deze doopskwestieluidt aldus „De bejaerde werden door den doop de Christelycke gemeynte ingelijfft ende voor ledemaeten der gemeynte aengenomen: ende sijn daerom de bejaerde uyt de Christenen, als sy gedoopt werden schuldigh het Avondtmael des Heeren oock te gebruycken, 'twelck sy by haeren doop sullen belooven met d'eerste gelegentheyt te doen; doch wat aengaet de bejaerde uyt de Iieydenen, die gedoopt sijnen sullen deselve tot het Avondtmael niet toegelaeten werden dan op haer versoeck ende begeerte ende nader exaininatie haeres gelooffs ende leevens." In het schrijven van Mei 1645, aan den kerkeraad van Ba tavia toegezonden, werd van dit artikel gezegd dat het is „strijdig tegen alle practijken der Geref. Kerken en tegen de materie van den Doop, die bediend wordt aan de bejaarden, als dewelke naar betuiging en de belijdenis van hun geloof en be keering (zonder welke wij vertrouwen, dat U. E. geen bejaarden doopt), noodzakelijk bekwaam zijn, en diensvolgens moeten ver maand en toegelaten worden tot het gebruik van des Heeren heilig Avondmaal." Dit artikel uit de Bataafsche Kerkorde leert dus in optima forma de Sacramentenseheiding. De kerkeraad van Batavia, welke zelf niet met deze Kerkorde sympathiseerde, heeft in zijn vergadering van 10 Aug. 1648 het bezwaar van de Classis Walcheren gedeeld, en besloten, „dat bejaarde inlanders niet zullen gedoopt worden, voor aleer zij ook tot de H. Communie kunnen toegelaten worden." Door de Classis is vóór 1675 over deze zaak niet meer gehandeld. Wij kunnenomdat de eigenlijke strijd eerst in de 3e periode valt, ons oordeel over dit punt ook achterwege laten, en alzoo de vraag laten rusten, of Batavia en Java in dezen op één lijn moeten worden gesteld met de Buitenbezittingen. 1) Van Boetzelaku, a. w. bl. 190.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1915 | | pagina 132