IX
Serviers en Bulgaren naast of tegen elkaar ten strijde gaan; de
doodsvijanden van gisteren zijn de boezemvrienden van morgen.
Veeleer mag men aannemen, dat de tegenwoordige wereldstrijd
een economischen ondergrond heeft, hieruit voortspruitende dat
sommige staten, o. a. Duitsehland, RuslandServië, in de be
staande verdeeling van de landen der wereld een tekort voor hunne
economische ontwikkeling aanwezig achten, waar tegenover dan
een surplus van andere landen zou staan. Wil men mitsdien
voor de toekomst eene herhaling van den tegenwoordigen jammer
voorkomen, dan zullen na dezen oorlog alle pacifisten en staats
lieden er op bedacht moeten zijn, om eene internationale gelijk
stelling der verschillende volken ten opzichte van scheepvaart,
handel en koloniën tot stand te brengenniet alleen mare liberum
maar ook terra libera. Echter, hoeverre zijn wij nog van de
verwezenlijking van zoodanig ideaal verwijderd, en zal het zelfs
ooit bereikt worden?
Ik weet wel, dat deze inleiding niet in rechtstreeksch verband
staat met het onderwerp van heden avond, maar het gaat toch
niet aan over den oorlog, welke de geheele maatschappij op hare
grondvesten doet daveren en aller harte doet kloppen, te zwijgen;
bovendien kan het voor later dagen zijn nut hebben hier vast te
leggenwat in dezen kring al is het slechts de meening van
een enkel persoon over het werelddrama gedacht wordt. Uw
verslaggever kan dit te onpartijdiger doen, omdat hij tot een
neutraal land behoort en zich inderdaad ook neutraal gevoelt.
Door de eigenaardige ligging van ons landtusschen Duitsehland
Frankrijk en Engeland inhebben wij meer dan eenig ander volk
in Europa den rechtstreekschen invloed van elk dier landen onder
gaan en maakt hunne beschaving een onverbrekelijk en onmisbaar
deel uit van de onze. Het ontwikkelde deel van het Nederlandsche
volk heeft dan ook in dezen oorlog meerendeels geene partij ge
kozen, niet uit lauwheid of onverschilligheid, maar omdat het
inderdaad voor alle oorlogvoerenden levendige sympathie gevoelt.
De sikkel des doods, die in dezen oorlog zijne slachtoffers bij
honderdduizenden telt, heeft in het afgeloopen jaar in den kring
des Genootschaps slechts betrekkelijk weinigen weggemaaid.
Wij betreuren een elftal leden t.w. Mevrouw Marie Boddaert te