62
huizen een onaanzienlijk gehucht maar dat door zijn ligging
tot grooter nitbreiding was voorbestemd. Parma aan wiens
veldheersblik het krijgskundig gewicht van dit punt niet ontging,
liet hier in 1687 een kleine verschansing aanleggen 2), waarop
mettertijd de naam Yzendijke werd overgedragen en die, na in
1604 door Prins Maurïts aan den Spanjaard te zijn ontrukt,
van wege de Staten-Generaal geducht versterkt en tot een bijkans
onneembare vesting werd gemaakt- 3).
Ofschoon bereids in October 1605 op aandrang van de classis
Walcheren door de Staten-Generaal was toegestaan, „dat de ker-
keraad tot Yzendijke eenen ordinaris predikant zouden mogen
beroepen op de gage van 500 gulden 's jaars" 4), heeft de ge
meente nog geruimen tijd hare godsdienstoefeningen moeten houden
in een particulier „huisken" 5). Naarmate zij echter in zielental
aangroeide, kwam bij haar het verlangen op om een betamelijk
kerkgebouw te bezitten. In Februari 1611 wist de classis Wal
cheren ten behoeve van de ingezetenen gedaan te krijgendat
de Staten-Generaal „tot behulp van de timmerage van een kerke
tot Yzendijk" toezegden een subsidie van 600 gulden en tege
lijkertijd tot goedmaking van de verdere kosten aan den magi
straat vergunning schonken om gedurende 2 of 3 jaar „eenige
matelijke impositie zoo op de bieren als op het gemaal" te heffen.
1) Blijkens eenige verklaringen in Oct. 1620 door verschillende personen voor
de magistrateu van Yzendijke en Watervliet afgelegd. (Museum Catsianum).
2) Deductie in 1630 door het Vrije overgegeven aan de Staten-Generaal.
3) In een relaas van Fabian zu Dohna van 26 Maart 1626 aan den keurvorst
van Brandenburg (bij Georg Galland, Hohenzollem und Oranïèn, Strassburg 1911,
S. 194; komt de volgende beschrijving van de vesting door: „der dritte Ort ist der
Hafen ïsendieck in Flauderu, an welcben auch anno 1604 eiu klein Schiintzlein von
4 kleinen Bolwergken vom Feiud erobert wurde; aber zu mehrer Versicherung
desselben ahnsehulicheu Hafens wurde der Ort mit 6 schonen Bolwergken und 2
Ravelinen befestieget, drinuen auch itzt eine schone Stadt zu sehen ist".
4) Resol. Staten-Generaal 8 Oct. 1605. Het tractement zou betaald worden
door den oatvanger der geestelijke goederen in Vlaanderen Adriaan Serlipprns.
Bij resol. van dezelfden van 11 Oct. 1606 werd ordonnantie gedepêcheerd op
Serlippens tot uitbetaling aan Daniel Larenius, aangenomen tot een ordinaris
predikant op Yzendijke, van zijn jaarwedde van den 1 Sept. 11. af ten bedrage
yan 500 gulden, benevens nog 50 gulden voor verhuizingskosten.
5) Request magistraat en kerkeraad Yzendijke aan Staten-Generaal 23 Febr. 1611.