64 gaan, dat de kerkeraad in 1649 verklaren moest geen kans meer te zien om zijn bedehuis naar behooren te onderhouden, ja zelfs was hijnaar hij verzekerdeniet meer bij machte om het kerk hof te bemuren, zoodat het gemeen en open lag en de graven er door de varkens werden open gewroet 1). Daar kwam bij dat de kerk van lieverlede veel te klein was geworden. Werden in 1613 binnen de wallen van de vesting slechts 80 huizen, zoo groote als kleine, geteld en strekte zich destijds het grond gebied van de parochie maar uit over 1200 gemeten 2), in 1649 bevatte zij over de 400 communiceerende lidmaten 3), terwijl in 1656 haar oppervlakte zich tot ten naaste bij 2000 gemeten had uitgebreid 4), en het getal Hervormden er aanzienlijker was dan op alle andere plaatsen van Staats-Vlaanderen, Sluis aljeen uit gezonderd 5). Vergrooting van den tempel was dientengevolge dringend noodig geworden. Hoe aan de daartoe gevorderde geldmiddelen te komen die vraag kostte den magistraat en kerkeraad niet veel hoofd brekens. Of waren niet, gezwegen van de verplichting van de abdij van Sint Pieter te Gent, als eigenaresse van de tienden onder Yzendijke, om op grond van het Vlaamsche tiendrecht een zeker deel van hun opbrengst bij te dragen tot het onder houden en vergrooten van de kerken der parochiën, waar zij de tienden hief waren niet de eigenaren van de Jonkvrouw- en andere polders onder Yzendijke uit krachte van de octrooien van bedijking gehouden het honderdste gemet te bestemmen voor den eeredienst, pro ministerio divino gelijk men het noemde, ook al beweerden zij daar in geenen deele toe verbonden te zijn? En indien dat niet genoeg opleveren mocht om de 15 tot 16000 1) Request kerkeraad aan Staten-Generaal 5 Maart 1649. 2) Brief van C. van der Swalme namens de hoofdmannen van Yzendijke aan Staten-Generaal 25 Nov. 1618. 3) Request kerkeraad aan Staten-Generaal 5 Maart 1649. 4) Request door magistraat eu kerkeraad aau de gecommitteerden van den Raad van State overgegevenals bijlage gevoegd bij den brief van den Raad aan de Staten-Generaal van 3 Mei 1656. 5) Memorie door magistraat en kerkeraad overgegeven aan den Raad van State en door dezen als bijlage gevoegd bij zijn brief aan Staten-Generaal van 3 Mei 1656.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 110