70 De figuur van Jacob van Borssele van der Hooghe wordt ons nog meer bekendgemaakt door de gedenkschriften vau zijn zoon Adriaan welke in de jongst verworven collectie zijn aan getroffen en welke den lezers van het Archief hierbij worden aangeboden. De memoires geven zelve de gewenschte inlichting omtrent hare wording. Zij bestaan in handschrift uit een aantal katerns, waarvan de volgorde door vergelijking van het daarin medegedeelde moet worden bepaald. De onderscheiding van drie hoofdstukken is van mij afkomstig; het tweede, waarvan mede een afschrift aanwezig is, is blijkbaar het eerst gemaakt, maar laat zich het best lezen op de plaats, welke het hier ontvangen heeft. Het Eransch van den schrijver vertoont eenige bijzonderheden welke ongewijzigd moesten blijvendikwijls volgt een werkwoord in het enkelvoud op een meervoudig onderwerp; tusschen de uit gangen van futur en conditionnel wordt geen verschil gemaakt; meermalen niet tusschen „ce" en „se." Aan accenten heeft de schrijver zoo goed als niet gedaan; deze heb ik voor de duide lijkheid aangebracht; eveneens heb ik 1', s', m', of 'n, waar deze aan het volgende woord verbonden waren, daarvan gescheiden. Eene enkele maal heb ik de bedoeling van den auteur in eene noot verklaardmaar in den regel heb ik de oplossing van de moeilijkheden aan den lezer overgelaten; alleen maak ik er op merkzaam opdat sommige vreemde wendingen begrijpelijk worden wanneer men ze letterlijk in het Nederlandsch overbrengt. In het handschrift zijn hier en daar stukken en woorden doorge haald en verbeteringen aangebracht; in de uitgave vindt men slechts de laatste redactie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 116