VEEMELDING DER BRONNEN. In 1901 heeft de heer C. de Waard, op verzoek van het Bestuur der Godshuizen, de taak op zich genomen het archief der Godshuizen te inventariseeren. De uitkomsten van dezen arbeid, neergelegd in een lijvig boekwerk „De Archieven, berus tende onder het Bestuur der Godshuizen te Middelburg", treffen ons allereerst als een getuigenis van de groote bekwaamheid van den samensteller, en geven ons tegelijk een denkbeeld van het aantal der bewaard gebleven bescheiden. Het Oud-Archief loopt van 1313 tot 1812, waarna het Nieuw- Archief een aanvang neemt. Het eerst genoemde bevat de stukken van zeven stichtingen, van welke het Gasthuis de oudste is. Van 1313 tot 1165 vinden wij nog niets van een eigenlijke administratie; het zijn slechts losse mededeelingen welke ons weinig meer zeggen dan dat het Gasthuis bestond. Gelijk wel niet anders viel te verwachten, groeit daarna de Gasthuis-administratie slechts zeer langzaam, eensdeels omdat de normale ontwikkeling natuurlijk niet snel ging, anderdeels doordat uit oudere tijden meer is verloren geraakt dan uit de latere. De eerste volledige rekening, zij ook een concept, dateert van 1465 Kerstavond tot 1466 Kerstavond, waarna de rekeningen met enkele onderbrekingen elkaar opvolgen tot 155859, om na dat jaar zonder onderbreking door te gaan tot op den hui- digen dag. Elke rekening, de inkomsten en uitgaven van een geheel jaar vermeldende, was in die oude tijden vervat in een groot, in perkament gebonden, boek, waarin ons dikwijls de fraai getee- kende letters met de sinds eeuwen daarin glinsterende zandkorrels opvallen. In 1584 beginnen de registers van de personen die ter ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 185