149 de bewoners „daer die ribauden uut drineken" en omgekeerd ook een eigen W. C. „de heymelicheyt daer die rybauwe dagelix haer ghevoeoh maken". Voor de rest hoeven wij het ons niet al te geriefelijk voor te stellen. De rekening van 149495 brengt ons voor het eerst in kennis met een afzonderlijk lokaal voor besmettelijke ziekenbet „pestelensien-huys". Er werden dat jaar o. a. aangeschaft drie „blaesbalge een inde coke en een in de ziekekoken en een int pestelensien huys". Er waren dus bovendien twee keukens in het gebouw. Be halve een blaasbalg kocht men toen „een glase lampe" voor de besmettelijke zaaldit dus voor vuur en licht. In de rekening 14991500 wordt gesproken van geld dat „wart gheleyt binne der pisele 1) van de contore int gasthuys" waaruit blijkt dat het gesticht een kantoor met een groote kast rijk was, waar de gelden werden opgeborgen. De Kapel bezat natuurlijk een altaar, een koor, beelden en offerblokken. Later lezen wij ook nog van herstellingen aan het „v'welf mett' heylic graf", een nabootsing van het heilige graf in een afzonderlijk gewelf dat met een tralie-deur was gesloten. Boven op de toren bevond zich een groote appel van rood koper, versierd met zon, maan en sterren. Blijkens de rekening van 1465 was toen de gevel van het gebouw reeds met beeldhouw werk versierd„van de seven wercke van ontfermharticheyt". Wat het inwendige der gebouwen aangaat, daaromtrent vernemen wij voorloopig weinigde vloeren waren van steende verpleegden sliepen in groote bedsteden. Het eenige wat uitvoerig vermeld werd was de meubileering van de kamer der echtelieden Jan Jansz. de Smit en Lysbeth Wouters, in het jaar 1510 voor hun leven in het Gasthuis als proveniers opgenomen. De op somming is te vinden achter de rekening 151314 en is te teekenachtig om hier niet te worden overgenomen. „Dit is alsulcke huysraet als op Jan de Smit earner staet tgasthuys in eygendo' toebehorende hierna verclaert. 1) Piezel, ook nu nog de naam voor de groote Zeeuwsche kasten. Bij de boeren veelal de naam voor de broodkast.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 195