162 Middelburchbij welke gelegenheid voor het Gasthuis 31 pond werd opgehaalden ookdat in hetzelfde jaar in de „prochie- kercke van abdie" voor het Gasthuis werd gecollecteerd. Maar of deze maatregelen werden getroffen ter herstelling van de schade door den beeldenstorm aangericht, vinden wij er niet bij vermeld. Yan het beleg van Middelburg, dat in 1572 aanving en in Februari 1574 eindigde met de overgave van de stad, kunnen wij de sporen in de geschiedenis van het Gasthuis echter wel degelijk terugvinden. In de rekening van 1572-73 komt de volgende opsomming voor „In de kerckecamer leggen 15 verbranden ende 14 siecken ende gequeste dit is 29 sieken. Nu in de oude manskamer daer lyggen 3 verbranden ende 7 siecken dat is 10 te gader in de oude manskamer. Nu in de vrouwecamer daer liggen 6 verbranden ende 5 sieke mans ende 5 vrouwen dat is 11 mans 5 vrouwen dat is 16 in de vrouwecamer. Nu in de nyewe manscamer daer liiggen 2 verbrande ende 9 sieken ende gequesten dat is 11 in de nyewe manscamer. Nu in de voerste feestcamer daer lyggen 13 verbranden ende 4 sieken dat is 17 in de voerste feestcamer. Nu in de achter feestcamer daer leyt een verbrande ende 11 sieke ende gequeste dat is 12 te gaeder inde achter feestcamer. Nu in den bayaert daer liggen 12 syeken dat is 12 van alle de syeken. Nu van die gene die se moeten regeyrer dat is met ons 10 dat is het volck van al het huys." De laatste toevoeging moet zeker dienen om het nageslacht duidelijk te maken dat hun taak toen heusch niet gemakkelijk was. En waarlijk tien menschen, waaronder ook het keuken- personeel, mag wel weinig heeten voor de verzorging van hon derd en zeven zieken en gewondent) Uit de vermelding van de verschillende kamers leeren wij 1) Ter vergelijking kan dienendat het tegenwoordige Gasthuis, indien het druk is, 80 patiënten herbergt. Voor de verzorging dier 80 mensehen zijn er: behalve de Directrice, 20 zusters, één huishoudster met 8 dienstboden, 2 knechten en 2 losse werksters.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 208