164 twee pullen weghen acht oneen zeven ingelseneen silver schaele wegen zeven oneen 13 ingelsen, noch een silvere remonstrancie wegen 19 oneen 8 ingelsen, een kelck wegen 15!/2 oneen 12 ingelsen noch een kelck wegen 14 oneen." In 1573 collecteerde Antheunis Mathysz., de ontvanger van het Gasthuis, 3 pond en 19 schellingen voor het gesticht, terwijl „de generaele burghers van Middelburch" nog een „aelmoese" schonken van 17 pond. Verschillende aanzienlijke mannen gaven giften tot het ver plegen der gewondenzoo de heer van Vlaecken en ook de bisschop schonk 30 Philips guldens. Toch werd, zooals te begrijpen, de toestand steeds benauwder, waarop Mondragon, volgens de rekening 157374, een belasting invoerde ten bate van het Gasthuis„by myn heeren de gou verneur Mondragon deser stadt tot profytte van Gasthuyze". Hierbij werd aan het gesticht geschonken „eenen stuver op elcke stoop wvns en 2 guldens op elck oxhooft" dat in de stad werd gedronken, en bovendien nog „6 grooten van elcke tonne bier". Deze belasting, die jaren lang bleef bestaan, heeft het Gasthuis heel wat opgebracht aangezien onze voorvaderen lang niet allemaal geheel-onthouders waren, hetzij al of niet belegerd. Als eindelijk alle verdere tegenweer nutteloos is geworden en Mondragon de berooide stad overgeeft is het Gasthuis feitelijk geruïneerd. Den naam echter, dien Mondragon in de geschiedenis verwierf dat hij behalve een onverschrokken krijgsman tevens een ridderlijk man was, heeft hij tegenover het Gasthuis ook verdiend. Hij heeft in uiterst moeilijke omstandigheden het gesticht geholpen zoover dat in zijn vermogen lag. Wanneer wij in 1575 het Gasthuis na het beleg terug vinden is het geheel veranderdde naam St.. liarbara is verdwenende pastoor is wegde geldmiddelen zijn hopeloos in de war. En wat ook iets nieuws wasde namen van de huisvrouwen der Gasthuismeesters die ieder jaar trouw voor het gesticht ter markt gingen, maar in al die jaren nooit werden genoemd, wor den in dit jaar ons meegedeeld. Laten wij hier de namen neerschrijven van de vrouwen en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 210