170
De Gasthuisrekening van het volgende jaar (16001601), geeft
echter een veel nauwkeuriger omschrijving
„Extra ordinaris ontfanck tot onderhout vande siecke en ge-
queste soldaten gecomen int Gasthuys vuyt de slach en legers
in Vlaenderen bij Nieupoorte in de maent van July anno 1600
van de Eerwaerde heeren Staeten van Zeelandt 600 pond".
Onder de uitgaven kunnen wij lezen hetgeen voor dat geld
aan de soldaten werd verstrekt „ter wete vleesch wyn bier clee-
deren en anders als breeder blyckende by seker quohier en me
morie 728 pond".
De Staten van Zeeland lieten het echter lang niet bij deze
eene betaling.
In 1601 stonden zij toe 1462 pond, 2300 pond in 1602,
1750 in 1603, 1017 in 1604, 2019 in 1605, 700 in 1606,
387 in 1607 en 25 pond in 1608, waarna deze post wegsterft
in eenige volgende rekeningen.
Omtrent de soldaten die werden verpleegd in het Gasthuis,
kunnen wij enkele bijzonderheden putten uit het „Boeck der
De aanteekeningen welke nog over zijn, vormen slechts een
fragment, en zijn afkomstig van het jaar 1604. Het vangt aan
op 23 July en heeft tot opschrift:
„Soldaeten ingecomen van Oostende als oock wt het leger
voor Sluys mitsgaders andere die den 6ste Augusti noch int
gasthuys bleven liggen met verclaringhe wanneer eenige derselver
syn uytgegaen ofte gestorven en dat tot den 6 Septembris A°- 1604".
De inhoud is een lange lijst van ingekomen gewonden; zij
worden met name genoemd, meestal met vermelding van hun
wapen en rang en van hun verwonding.
Ter illustratie mogen wij hier enkelen noemen
„Jan Casper pransois tamboryn van binne gequest onder
capiteyn H. Brüs.
Jan Janssen Bendt van Leeuwaerde door de caeck geschoote
spiesdrager onder Cornel Anton Utehove.
Erancois van Peeren van Eeckeloo musq. door de handt ge-
schooten onder Cap. Herbout.