173 Echter alles onder beding dat de goederen noch geheel noch gedeeltelijk ooit mochten worden verkocht of veralieneerd. Zooals zoo dikwijls, bleek deze bepaling ook hier, in later eeuwen, soms zeer knellend te kunnen zijn. Maar afgezien van dit bezwaar, was het legaat van Jan Matens een ware weldaad voor het Gasthuis; het gaf steeds een vaste steun aan de geldmiddelen van het gesticht en heeft ook in onze dagen nog niet opgehouden zijn invloed ten goede te doen gelden. Het Gasthuis verwierf het geld, Jan Matensj naam de on sterfelijkheid. Ieder die ook maar iets weet van de geschiedenis van het Gasthuis te Middelburg kent dien naam, dien ook wij hier vol dankbaarheid gedenken. Verkreeg in den aanvang der 17 de eeuw het geldelijk beheer een vaste basis door de schenking van Matens, de Gasthuismeesters hadden in 1604 door het opstellen van uitgebreide ordonnanties, aan alle werkzaamheden in het gesticht een vasten grondslag gegeven. In 1681 werden deze ordonnantiën ten deele gewijzigd en be langrijk uitgebreid. Uit het feit dat wij geen instructies bezitten ouder dan die van 1604, mag natuurlijk volstrekt niet worden afgeleid dat zij er ook niet zijn geweest; maar er wordt nergens ook maar met een woord gezinspeeld op het bestaan van oudere reglementen. De Gasthuismeesters die in 1604 het werk ondernamen waren Jacques Claessen van Regelbrugge, Lieven Adhiaenssen en Pieter Lombaert; dat zij zelf onder den indruk waren van de beteekenis van hun arbeid blijkt uit hetgeen in de titelplaat is geschreven„die tsamen overdragen hebben dese rnoyte ende ar- beyt binnen hennen tyt aentenemenomme by henne nacommers met minder moyte alsoo te mogen worden gecontinueert" Alle ordonnantiën werden neergeschreven in het Groot-Legger- boekwelk boek aanvangt met een opsomming van alle bezittingen van het gesticht; wij zullen ze tot goed verstand van zaken aan een korte bespreking moeten onderwerpen Vooraf gaan twee toespraken, een tot het stadsbestuur, en een, in den vorm eener vermaning, tot de Gasthuismeesters: „Aen alle aencommende 1) Voor den volledigen tekst raadplege men de Bijlagen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 219