XVII
gen van den volgenden inhoud„Wanneer de Heer Commissaris
der Koningin in Zeeland het voorzitterschap bekleedt, is hij,
met wijziging van het in de vorige alinea bepaalde, niet aan
periodieke aftreding onderworpen, maar blijft zijne ambtstijd
onbepaald doorloopen."
Dat deze wetswijziging in eene weinig bezochte vergadering
met algemeene stemmen aangenomen werd, zegt niet veel, maar
ieder onzer weet, dat het in die wetswijziging neergelegde be
ginsel door allen eenparig gewenscht werd in het belang des
Genootschaps, omdat het daardoor alleen mogelijk was den heer
Dijckmeester als voorzitter te behouden.
Dit was voor het Genootschap van overwegend belang, ik zou
zeggen bijna eene levensquaestie, niet zoozeer omdat de betrek
king van Commissaris der Koningin aan het voorzitterschap een
decoratief karakter verleent en onmiskenbareu luister bijzet, maar,
omdat die betrekking door U, Mr. Dijckmeester, bekleed wordt,
een mandie altijd en in alle opzichten zulk een warm hart hebt
betoond voor het gewest Uwer keuze en inwoning, die met on-
navolgbaren ijver, tact en bekwaamheid gedurende thans een
lustrum het Zeeuwsch Genootschap in het juiste spoor hebt ge
leid en tot verhoogdenvroeger ongekenden bloei hebt opgevoerd.
Moge op dit kroonjaar van Uw voorzitterschap, dat samenvalt
met het dubbele kroonjaar van Uw verblijf in Zeeland nog ver
scheidene kroonjaren volgen. Wanneer ik dien wensch uitspreek
doe ik dat niet individueelmaar weet ik mij den tolk van deze
vergadering, van de directeuren en leden daarbuiten, van alle
inwoners van dit gewest.
Op dezen avond mogen wij U volgens de nieuwe wetsbepaling
niet herkiezen, maar in stede daarvan brengen wij U rechtmatige
hulde door allen op te staan van onze zetelswaartoe ik de aan
wezigen uitnoodig.
Blijf nog lang Genootschap en gewest met onverzwakte kracht
regeeren, allen geregeerden ten voorbeeld en ten zegen. Dit
woord van hulde betreft niet alleen LI, maar ook Uwe hoog
geachte familie, die, evenals Gijzelf zoo uit de volheid Uws
harten deedtzich met Zeeland geheel vereenzelvigd heeft en lief
en leed met hare bevolking trouw en innig medeleeft.
Archief 1916. Ij