203
rende de geheele 19de eeuw weten staande te houden, zij het ook
onder voortdurend toenemende verzwakking.
Ten slotte werd in 1903 niemand meer bereid gevonden een
cellebroersplaats in te nemen en aldus stierf deze orde, vijf
eeuwen te voren met zoo edele bedoelingen aangevangen, een
roemloozen dood.