206 Het was en bleef een teer punt of een zieke reeds vroeger onderstand der diaconie had genoten, ja dan neen. Dikwijls werden verpleegden uit het Gasthuis verwijderdonder de hij voeging in het register: „met bedrog ingecomen". Dan was er ontdekt dat zij vroeger reeds ondersteund waren geworden door de diaconie of dat zij korter dan één jaar en zes weken in de stad hadden gewoond. Tegen het einde der 18de eeuw werd de verhouding met de diaconieën steeds meer gespannen, daar de laatste telkens in ge breke bleven de verpleegkosten hunner zieken tijdig te voldoen. Met het toenemen van den geldnood ging en hing samen de steeds duidelijker aan den dag komende neiging zich de hulp zoekenden van den hals te schuiven. In 1736 werd er toegang tot het Gasthuis gevraagd voor „sekere vrouwspersoon die alhier op den 28 December 1736 was in de stad gecomen en op dien self den dag ooc in de kraam". De Regent Tulleken had deze patiente geweigerd „ter oorsake vermeynde sodanige persoonen niet en behoorden tot het gasthuys". In 1737 werd door den Regent Boursse een vrouw afgewezen „die men vreesde dat van een dolle hond soude syn gebeten". Haar op te nemen werd „door synE. volkomen afgeslagen en gedeclineert om veele redenen wyl in dit huys geen de minste gelegentheyt was om by soodanig toeval sulke mensehen secuur te konnen bewaren; voor welke goede en voorsigtige directie en ouverture den heer Boursse is bedankt". In 1792, als er eenig baggerwerk in de stad moest worden uitgevoerd, verklaarden de Regenten reeds bij voorbaatuit vrees zieken van dat werk ter verpleging te zullen krygen „alle poo gingen aan te wenden om dezulke zooveel mogelyk te weeren". In 1794 weigerden de Regenten een zieken Roomsch Katho lieken priester op te nemen, daar deze „eenigzins delireerde", en aldus „volgens de ordre van dit Iluys niet admittibel was". Onder deze beslissing school misschien ook nog wel een zekere huiverigheid om priesters in het Gasthnis toe te laten. Althans, toen een jaar later, in 1795 „de Roomsche Pastor binnen deze stad" een verzoek richtte tot de Regenten „om van tyd tot tyd acces te mogen hebben by de zieken in dezen Huyze

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 252