233 De geschiedenis herhaalt zicli zelve, ook waar dit menigmaal niet meer mogelijk werd geacht. Dan wordt bij de verschrikte menschheid weer de belangstelling levendig voor die geschiedenis, waaruit zij tracht te lezen wat haar te vreezen staat of te hopen. Zou het onmogelijk zijn dat opnieuw een vreemde taal de Regentenkamer binnentrad?, dat opnieuw het gesticht tot den uitersten graad van armoede verviel, een bankroet gelijk?, dat opnieuw de geestkracht van het bestuur daalde tot op een peil zóó laag, dat de noodzakelijkste belangen der verpleegden daar niet veilig bleken? Neen, natuurlijk niet; maar het kennen van een gevaar is de allereerste voorwaarde voor de mogelijkheid het te kunnen ontgaan of te kunnen verkleinen. In zooverre kan ook deze geschiedenis ons iets leeren. Maar er is nog iets anders dat wellicht de overdenking waard is. De geschiedenis van dit oude gesticht bracht ons duidelijk voor oogenhoe de Kerk zich de verzorging van de zieken aan trok lang vóór de Overheid zich daarmede bemoeide, hoe Kerk en Overheid later tot hetzelfde doel samenwerkten lang vóór de Wetenschap dien naam nog verdiendeen hoe ten slotte de Wetenschap uitredding bracht, weer in veel later tijden, toen Kerk noch Overheid het gesticht wisten op te heffen uit zijn verval. Het is niet te gewaagd te meenen dat het, in groote trekken, in al onze zeer oude ziekenhuizen zoo is gegaan. In zake ziekenverzorging hebben alle drie die machten, Kerk, Overheid en Wetenschap, historische rechten. Wellicht kan deze overweging een enkele maal zelfs practisch nut afwerpen. Middelburg 19141916. Archiet 1916. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 279