277 voeren of gaende in het Gasthuys ofte in het Pestliuys breingeu naer dat hunne sieckten ofte accidenten vereyschenoock moeten sy alle dooden haelen, en begraven die in het Rasphuys en ge- vangenhuys, ende wel speciaelyck die in bet Gasthuys, en in het Pestliuys commen te sterven; ende dat soo drae als hun van den preses van voors. huysen t'selvige wert aenbevolen, midts genietende het loon, bv de voors. huysen daer op gestelt, ende sullen moeten versorgen dat de graven voor de selve dooden be- hoorlyck syn geprepareert en gereet gemaeckt al vooren de doode lichaemen gehaelt werden. Oock sullen de kisten, ofte doode lichaemen, ten minsten een en half voet onder de aarde moeten staen, en t'graf wel toegesloten werden, sullende yder Cellebroer gehouden syn te maecken soodanich graf als hem op syn beurte vereyschten sy sullen niet in de borgers graven mogen commen. Een yder Cellebroer sal pertinent op syn barry moeten passen om die wel te draegen; ende sullen met de grafdelvers in den minne op het hof by het Pesthuys (alwaer yder in een aparte wooninge) moeten trachten omme te gaen en te converseeren; oock hun vermyden van elckanderen met schelden en lasteren niet te injurieeren; op pene van naer het goetvinden van de regenten van het Gasthuys van hunne dienst gedeporteert te werden. NAEDER AMPLIATIE. De voors. Oellebroers werden verplicht de regenten van het Gasthuys met alle respect en reverentie te bejegenenen hunne bevelen wegens hunnen dienst getrouwelyck te executeeren, er kennende dat de voors. Regenten hun tot Oellebroers aennemen en admitteeren, oock de macht hebben omme hun naer vereyschte van saecken te suspendeerenofte te deporteeren en anderen in plaetse te stellen. VERDERE AMPLIATIE BY REGENTEN VAN DEN GASTHUYSE DEN 10dt MAART 1801. De Cellebroers zullen niet alleen volgens den inhoud van het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 323