280 den Armen over de peste geeureert werden, ofte commen te sterven, oock die van de selve arme lieden in het Pesthuys werden gebracht, en aldaer sterven ofte geeureert werden, sullen alle werden betaelt, deene helft by de Eegenten van het Gast- huys, ende dandere helft by de diaconie voornoempt; onder welcke oncosten oock is begrepen fgene de geinfeeteerde per- soonen die in het Pesthuys commen aldaer verteerenhet welcke aende concherge van het Pesthuys moet betaelt werden, gelyck oock is geschiet volgens de rekeninghe ter fyne voornt., in den Gasthuyse gedaen en gesloten opden 29 Junij a° 1668 siet in notulboeck fol. 1 en 12 verso. Soo wanneer eenige arme persoonen, die van den Armen ofte diaconie deser stadt niet en werden gealimenteert soodanich met de Steen is besocht, dat de selve genootsaeckt is, door handen van een operateur daer van te laeten verlossen; soo is by de Eegenten van het Gasthuys ten eenre, ende de Diaconen wegens den duytschen Armen ter andere syde, opden 2d Mey 1667 en 30 April 1668, geaccordeert dat soodanich ellendige mensclien (in cas des noot) sullen werden gebracht in het Gasthuys ende dat alle de oncosten die ten reguarde van alle soodanige subjecten moeten gesupporteert werdensoo van het betaelen van den ope rateur als medecamentenen montcosten, en alles wat daer aen te coste wert gelecht, moeten werden betaelt deene helft by den voors. Gasthuyse, ende dander helft by den voorn. Armen, siet in het Notulboeck fol. 5 recto en 9 verso. Indien het compt te gebeuren, dat eenige onvermogene ende arme persoonen binnen deser stadt bevonden werden met de vuvle ofte anders geseght Spaense pocken besineth te svnende de sel- vige hun addresseerentsy aen de voorn, diaconie van den duyt schen Armen deser stadt, ofte de Eegenten van het Gasthuys, met versoeck ende ootmoedige supplicatie, omme daer van ge- cureert te werden en naer gedaene visentatie van meesters hen des verstaende bevonden werdende, dat soodanige persoonen, nootsaeckelyck onder handen van de medecyns om geeureert te werden moeten commen; soo moeten alle de oncosten die daer toe

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 326