282 soodaenige instructie, tractement en emolument als te sien is in het notulboeck fol. 12 recto en verso en 25 recto, luydende als volcht Eerstelyck soo is de voors. schoolmeester beneffens synne huys- vrouwe verplicht hem in den dienst als schoolmeester neerstich ende wel te quiten, de kinderen in de vreese des Heeren wel te onderwysentwee mael te weeke hunne gebeden ende vraegen op te hooren, ende dagelycx met de selve kinderen psalmen te singen oock den dienst van de scholedes morgens beginnenende naer- middachs eindigen, met de ordinaris gebeden. Oock sal hy sorge draegen, dat de kinderen die hem van de Regenten van het Gasthuys ende oock van de Diaconie werden toegesondenneerstelyck ter schole commen ende by absentie van deselve (buytten ordinaris) daer van ondersoeck doen, ende by al te groote absentie, de clachte doen aen de voorn. Regenten ofte Diaconievan wien deselve kinderen hem syn toegesonden ten welcken einde hy oock moet opteickenen door wien hem de kinderen toegesonden werden, ende daer van goet en pertinent register houden, ende sal geen andere als arme kinderen ter schole mogen houden. Sal oock met synne huysvrouwe alle neersticheid moeten aen- wenden om de kinderen (soo knechtkens als meyskens) bequaeme- lyck te onderwysen, daertoe gebruyckende des somers voor den middaeh den tyd van acht tot elf urenende naermiddach van een tot vyff urenende des winters van half negen tot elf uren en van een tot vier uren, den wintertydt ingaende half November, ende eindigende half February. Ende opdat alles met goede ordre by hen soude mogen opge- volcht, soo is hy verplicht, aen de preses van het Gasthuys, oock aan den preses van de Diaconie, over te breingen, de naemen ende toenaemen van de kinderen die by hem uyt ordre als voorn, ter schole commen. De voornoemde schoolmeester ende synne huysvrouwe genieten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1916 | | pagina 328