hierop doen drukken en bij onzen griffier laten onderteekenen.
Gedaan tot Middelburg in Zeeland den 4 October 1012, mij
present: Adriaan Hdijssen."
De verklaringen van de beide parochianen namen alle onzeker
heid weg: aan het verlangen der gemeente om een eigen predikant
kon, nu de kerk geheel onbemiddeld bleek, alleen worden vol
daan indien de Staat zelf diens bezoldiging voor zijn rekening
nam, en daarover wilde men zich in Den Haag liever nog eens
bedenken. Met het oog op de herdijking van de Groede, welke
destijds juist op handen was, verdiende het aanbeveling, zoo
oordeelde de Raad van State, om de zaak uit te stellen totdat
die bedijking was tot stand gebracht, immers dan zouden de
middelen tot voorziening in het Breskensche predikantstractement
zooveel te beter kunnen gevonden worden J). De Staten-Generaal
waren het hiermede eens 2), en zoo bleef te Breskens alles op
denzelfden voet voortgaan, totdat er in Mei 1614 bij de Staten-
Generaal opnieuw een request van die van Breskens en de classis
Walcheren inkwam om voor een predikant en schoolmeester daar
ter plaatse een ordinaris, vast tractement te bepalen 3).
Ditmaal had de aanvraag succes. Bij besluit van 22 Mei 1614
stonden de Staten-Generaal toe, dat de Raad van State te Breskens
een predikant en schoolmeester zou aanstellen, te bezoldigen voor
de helft door de ingezetenen en voor de wederhelft door den Staat
uit de opbrengst van de generale middelen van Staats-Vlaan
deren terwijl aan de predikanten., die tot dusver den dienst
aldaar hadden waargenomen, een som van 200 gulden werd toe
gelegd om onder elkander te verdeelen.
Niet lang daarna werd aan dit besluit uitvoering gegeven en
aanvaardde Johannes Nolet als eerste predikant na de weder-
indijking te Breskens zijn dienstwerk.
1)
2)
3)
Brief Raad vaii State aan Staten-Generaal 22 Oct. 1612.
Resol. Staten-Generaal 26 Oct. 1612.
Resol. Staten-Generaal 22 Mei 1614.